
Soms vind je dingen waarvan bekend is wat het is en hoe oud het is. Zo staat er op munten vaak een jaartal en de plaats waar deze geslagen zijn. Van veel gebruiksvoorwerpen is meestal ook bekend wat het is en wanneer het gemaakt is. De vorm van een pijpenkop verklapt bijvoorbeeld hoe oud deze is en wanneer er ook nog eens een merkteken op staat kun je soms vrij gedetailleerd terug vinden wie de maker is geweest. Met Google kom je een heel eind!
Een grotere uitdaging wordt het wanneer je een karakteristieke vondst hebt gedaan. Je vindt iets waarvan je graag het verhaal zou willen weten, maar hierover is niets te vinden. Dan wordt het de kunst om verbanden te leggen tussen de wel gedetermineerde voorwerpen om de vondst heen, de specifieke locatie en vergelijkbare gedetermineerde voorwerpen in musea, zonder je overigens te laten mee draven in een specifieke richting. Determinatie van een karakteristiek voorwerp is vaak het kiezen van de meest voor de hand liggende optie. Het blijft echter een weloverwogen gok…..
Neem dit mee in onderstaan verhaal.
In de loop der tijd heb ik op een akker in Oosterhout diverse stukken messing kastbeslag gevonden. Te samen moeten deze op een bijzonder luxe kast hebben gezeten. Het begon met twee losse medaillon vormige stukken die versierd zijn met bloemetjes en een strik. Dit kastbeslag is verguld geweest en moet in die tijd dus super chique zijn geweest.

Later vond ik er ook met liefdespijlen schietende engeltjes bij.
Dit soort strikken zijn ook wel bekend als Louis XVI stijl strikken (1774-1792). De Franse koning leefde in enorme weelde en de stijl was luxe en extravagant. Ook in Nederland werd het door de adel gewaardeerd. De Franse invloed op onze mode en meubelstijl was dan ook groot in de Nederlanden. Ook stadhouder Willem V werd regelmatig in de Louis XVI stijl afgebeeld.
In het medaillon staat aan de linkerkant een jonge man. Aan de rechterkant staat een jonge vrouw. Combineer je dit met de liefdesengeltje dan zal dit waarschijnlijk een kast zijn geweest die ter ere van een trouwerij is gemaakt waarbij de geliefdes staan afgebeeld in de medaillons.

Orangisten en republikeinen
De aanhangers van Willem V van Oranje noemde men de Orangisten. Zij waren van oudsher de machthebbers in de republiek. De onvrede over de ongelijke verdeling van de rijkdom was echter ook in de republiek voelbaar en steeds meer mensen snakte weer naar een vrije republiek zonder koning, want zo kon je Willem V inmiddels wel zien. In 1789 volgde de Franse revolutie. Het volk koos daar massaal voor een nieuwe republiek. In Nederland hadden vele daar wel oren naar. De Franse invloeden werden daardoor steeds groter.
De Orangisten begonnen een reclame campagne. Ze gaven uiting aan hun voorkeur door o.a. afbeeldingen van de stadhouder in allerlei gebruiksvoorwerpen te verwerken. Er bestond bijvoorbeeld servies en tabakspijpen met afbeeldingen van de jonge stadhouder. Dit was eigenlijk een voorzetting van wat ze deden in 1767. Toen trouwde de 19-jarige Willem met de 16-jarige Wilhelmina van Pruisen, zus van de latere koning van Pruisen. Ook dit trouw-tafereel verscheen op vele “prularia”.
Na wat speldenprikjes in de jaren 90 van de 18de eeuw waarbij Franse legers licht over onze landsgrenzen heen ging volgde er vanaf 1795 een verkapte Franse bezetting tot 1813. Met enige slag om de arm kun je dus zeggen dat dit kastbeslag te dateren is vanaf 1775-1815

Maar van wie was deze kast? Het Oranjeklooster, waar diverse stadhouders en koningen zijn geweest, het Sint Catharinadal sluit ik uit, omdat dit soort pracht en praal niet goed paste bij de vrome levensstijl, al weet je dat natuurlijk nooit zeker. Het kan bijna niet anders dan dat dit in het bezit is geweest van een welgestelde familie.
Nu waren er in Oosterhout een paar fanatieke Orangisten waaronder de drossaard (bestuurder) Johan Simon Hallungius (1760-1832). Hij was afkomstig uit de welgestelde familie die de hele 18e eeuw het dorpsbestuur domineerde. Hij was een fanatiek Orangist. Wellicht dat deze kast bij hem heeft gestaan.
Allemaal veronderstellingen begrijp ik, maar goed voor het verhaal 😊
Om het plaatje compleet te maken moet ik ook wat metaaldetector-technisch vertellen.
Hoe kan het namelijk, dat ik nog zoveel stukken van deze kast heb kunnen terug vinden? Meestal vind je, als je geluk hebt, één en in een uitzonderlijk geval, twee delen van een zelfde kast terug. In dit geval is het echter veel meer. Ook in vroegere jaren was messing een duur metaal. Mensen gooide dat niet zomaar weg. Vaak werd het beslag dus van oude meubels afgehaald, hergebruikt en/of omgesmolten. Bij deze kast is dit niet gebeurd terwijl er met goud verguld beslag op zat! Het lijkt er dan ook op dat met grote spoed, de kast weg is gehaald vanaf de plek waar deze stond. Daarna is deze in zijn geheel achter gelaten als oud vuil of wellicht verstopt. Je gaat dan meteen denken aan de roerige tijden van de aankomende Franse overheersing. Wellicht heeft men, om alle oranje gezinde sporen uit te wissen, zich snel ontdaan van de kast, om niet met represailles te maken te krijgen.
Bij de eerste komst van de Fransen in 1793 weigerde de eerder genoemde drossaard Hallungius een door hen opgeëiste toelage te betalen van 100.000 gulden (zie de ‘Truc met de dorpskas’). Door middel van een list zorgde hij ervoor dat dit bedrag vlak voor de overdracht aan de Fransen werd gestolen.
Toen de Fransen in september 1794 een tweede keer de Nederlanden binnen vielen sloeg Hallungius met een aantal andere dorpsbestuurders op de vlucht. Hij nam de hele dorpsadministratie mee. Nu zijn zowel de dorpskas als de dorpsadministratie nooit helemaal terug gevonden. Zou één van beiden in de kast hebben gezeten? Wie zal het zeggen?
Prachtig verslag Mark, het vergaat mij ook dat ik beelden in mijn hoofd krijg bij bepaalde vondsten, van wie, waarvoor en hoe komt het
hier terecht. Ik heb ook zo,n kastbeslag gevonden met een afbeelding. Een tegenhanger misschien, kerel met lange baard en geen strik
te zien.