
Tijdens een onderzoek van een groot lot met loodjes gevonden in Coevorden kwam ik er een aantal tegen die duidelijk overeenkomsten hebben.
Alle loodjes vertonen roestsporen. Het gaat hierbij dan ook om loodjes dien zijn gebruikt om iets met een ijzeren strip te verzegelen.
Op de voorzijde staan op deze loodjes:
Een cijfer. (waaronder: 1, 2, 4, 6, 7, 8)
Een afkorting van de dag-naam (waaronder: maand, dinsd, woend. dond, zond). Er zijn echter ook Jiddische versies zonder naam maar met כשר
Een letter (V of N)
Waar het bovenste cijfer voor staat is vooralsnog onbekend. Wellicht is het een maandnummer. Opvallend bij de dag-namen is "woend". Vroeger werd woensdag ook wel gespeld als woendag. De letter V en N kunnen slaan op de Voormiddag en de Namiddag. Bij een loodjes echter van een donderdag lijkt er echter ook een andere letter te staan.
Op de keerzijde staat een naar links klauwende generaliteitsleeuw (met pijlenbundel, zonder zwaard) die een wapenschildje vasthoudt met hierin een Davidster. De gekroonde leeuw kijkt naar rechts. Er is een exemplaar waarbij er letters links en boven de leeuw lijken te staan.
Sterren worden wel vaker gebruikt in wapenschilden. Zo gebruikte Maastricht en Staats-Brabant voorheen ook een ster in wapenschilden op bijvoorbeeld munten. De ster echter op deze loodjes is echter een typische Davidster met bijbehorende lijnen. Wellicht waren dit dus koosjerloodjes gebruikt voor WWII door de Coevordense Joodse gemeenschap.

Het wapenschild met Generaliteitsleeuw en Davidster kon ik echter nog niet terug vinden.
Na lang zoekwerk kwam ik uiteindelijk terecht op de site van Jan van Oostveen. Jan verricht super goed werk o.a. op het gebied van het documenteren van allerlei soorten loodjes waaronder koosjerloodjes. Op zijn webpagina over dit soort loodjes kwam ik uiteindelijk een vergelijkbaar loodje tegen. Weliswaar zonder duidelijk wapenschild maar juist weer wel met de opvallende tekst op de keerzijde, namelijk "10 zond v". Bij dit loodje staat niet veel tekst alleen dat het om het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap gaat.
Wanneer je dit genootschap opzoekt zie je dat hier in 1817 een heraldisch wapen aan werd verleend. De beschrijving daarvan luidt: "Een gouden gekroonde leeuw op een rood veld, in de ene klauw voerend een bundel pijlen en de andere klauw vasthoudend een hemelsblauw schild met daarop in wit de davidster.". Waarom hierbij een generaliteitsleeuw werd gebruikt die toebehoorde aan de Nederlandse staat vond ik terug op de website van het Joodse canon. :
"Toen in 1813 de Fransen zich terugtrokken uit Nederland, ontstond een vacuüm. Daarin stapte al snel Willem Frederik van Oranje, die zichzelf uitriep tot ‘soeverein vorst’ en in 1814 tot koning Willem I werd gekroond. Hij moest zich al snel met de Joodse gemeenschap bezighouden: daar was grote verdeeldheid ontstaan over de koers. De oude bestuurders en rabbijnen wilden het liefst terugkeren naar de situatie van vóór de emancipatie van 1796 en weer een ‘Joodse Natie’ worden. De verlichte bestuurders wilden de verworvenheden van de Bataafs-Franse tijd echter niet verliezen: de gelijke burgerrechten en de landelijke organisatiestructuur.
Willem I hakte de knoop door: de emancipatie bleef gehandhaafd en er kwam een nieuw ‘Israëlitisch kerkgenootschap’. Dat werd op een vergelijkbare manier als de Protestantse kerkgenootschappen georganiseerd en viel onder het Departement voor Hervormde Eredienst enz. De overheid had zo controle over de verschillende religies en kon een verlicht beleid doorvoeren."
"Na de scheiding van kerk en staat in 1848 moest het ‘Israëlitisch kerkgenootschap’ losgemaakt worden van de overheid. De reorganisatie werd pas in 1870 afgerond: een klein deel werd het Portugees-Israëlietisch Kerkgenootschap en het overgrote deel het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Beiden zetten de structuren en ideeën van 1814 voort, maar deden dat nu als vrije, onafhankelijke Joodse kerkgenootschappen."
Het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap viel destijds onder een Nederlands ministerie, namelijk het Departement voor Hervormde Eredienst. Vandaar het gebruik van deze Nederlandse leeuw. Of men na 1870 nog steeds dit wapenschild heeft gebruikt ben ik niet zeker. Wat wel een schrijnend feit is, dat in Coevorden deze loodjes na WWII niet meer zijn gebruikt. Van de 139 Joodse inwoners die Coevorden begin 1942 telde overleefden slechts 14 de oorlog.
Op de website van Jan van Oostveen staan ook 2 van deze loodjes
Dank aan Ivonne Kasius die deze loodjes heeft gedoneerd