Accijnsloodjes uit de Nederlanden – onderzoek

Inleiding

English Version

Dit artikel gaat over accijnsloodjes die werden gebruikt in Nederland vanaf het einde van de 18de eeuw. Dit kunnen dus ook loodjes zijn van de zeven provinciën (1588-1795) van o.a. VOC of Admiraliteit, de Bataafse Republiek (1795-1806), het Koninkrijk Holland (1806-1810 onderdeel Frankrijk), de overgangsperiode 1813-1815 en de verenigde Nederlanden (1815-1830 Nederland samen met België). De meeste accijnsloodjes in dit artikel komen echter uit de periode 1830 en verder van het koninkrijk der Nederlanden. Meer informatie over welke afdelingen en diensten verantwoordelijk waren voor de accijnzen in de periode 1795-1830 kun je lezen in het artikel “Roerige tijden“.

In Nederland worden erg veel accijnsloodjes gevonden ondanks dat men gebruikte loodjes massaal omsmolt. Accijnsloodjes zoals ik deze in dit artikel noem, zijn vaak (niet altijd) verzegelloodjes met aan een zijde de generaliteitsleeuw of het Nederlandse rijkswapen en aan de andere zijde vaak een verwijzing naar het (type) accijns of controle. Accijnsloodjes zijn verwant aan de Nederlandse douaneloodjes. Loodjes met rijkswapen worden ook wel eens rijksloodjes genoemd. Andere namen voor accijnsloodjes in de literatuur zijn belastinglood, priseerlood, plombe of plombeerlood.

Publicatie van de minister van staat Appelius, 1824

In het algemeen stelsel van 1806 werden accijnzen ingevoerd. Accijnzen worden geheven op suiker (1819-1993), zout (1819-1942), koffie (1819-1821), gemaal (1821-1855) malen van graan e.d., geslacht (1821-1952)  tot 1852 het slachten van varkens en schapen, azijn (1821-1917), collectief zegel (1821-1823), zeep (1832-1893), turf en steenkolen (1833-1863). Voor wijn (vanaf 1821),  gedistilleerd (binnen en buitenlands vanaf 1821) en bier (vanaf 1821) bestaan nog steeds accijnzen. Accijnzen worden in Nederland geheven bij de oorsprong, dat wil zeggen bij de productie van accijnsgoederen. Vandaar dat de fabricage van accijnsgoederen aan strakke regels is gebonden. Die moeten er voor zorgen dat de verschuldigde accijnzen netjes en op tijd worden betaald. Dit is overigens ook de reden dat er vanaf die tijd zoveel verzegelloodjes in omloop zijn gekomen.

bredasche courant 1852 – plomberen van zout
Nieuwe Vlaardingsche Courant 1912 – Verzegeling laadruimte suiker accijns

Uit “De belasting op het gemaal in wetten en besluiten van 1813 tot 1856” door B.D. Poppen blijkt ook dat zakken graan of meel met een te veel of een te kort ook werden verzegeld.

Penlood

penlood type 1a

penlood type 2

Het accijnslood is een penlood meestal van type 1 of type 2. Hierbij lijkt het erop dat loodjes van penlood type 2 over het algemeen ouder zijn dan het type 1. Type 1 leent zich namelijk veel beter voor een mooie afdruk van het registratienummer. Type 1 en 2 werden echter ook door elkaar gebruikt. Waarschijnlijk maakte men de oude loodjes gewoonweg op.

De tekst op accijnsloden varieert. Vaak staat er een verwijzing naar het woord accijns bijvoorbeeld “ACC”, “ACC no”, “accynsen”,  “AccG:St” of “AGt”. Naast deze tekst staat er vaak een administratief nummer op de loodjes (zie hieronder).

Niet alle accijnsloodjes zijn vleesloodjes

Ik zie vaak dat accijnsloodjes het stempel vleeslood krijgen terwijl dit zoals je hierboven kunt zien, niet altijd zo is. De verwarring ontstaat denk ik doordat er bij de veel loodjes haren tussen het samengeperste lood zitten. Lood werkt conserverend. Die “haren” zijn echter niet altijd van het geslachte dier. Het kunnen ook  touwtjes of draden zijn van de veelgebruikte jutten zakken. Er worden overigens ook veel loodjes zonder haren gevonden.

Rijksloodjes

Accijnsloodjes werden gebruikt om gecontroleerde producten mee te verzegelen. Dit contoleren werd gedaan door de afdeling belastingen en zijn voorgangers. Ook andere afdelingen van het rijk zoals de (veeartsen)politie en de Rijksmunt voerde echter controles uit en ook hier werden wel eens loodjes voor gebruikt. Ook deze controle-loodjes zijn in dit artikel toegevoegd.

Op de bij mij bekende rijksloodjes kunnen verschillende wapens staan.

De oudste is een generaliteitsleeuw in al dan niet gekroond wapenschild. Deze werd zowel door de zeven provinciën, de Bataafse republiek en in mindere mate door Lodewijk Napoleon (zie de Gulden uit 1808) gebruikt. Loodjes met een generaliteitsleeuw zijn te dateren tot en met 1808.

Vanaf 1815 is het rijkswapen  het officiële wapen (leeuw op gekroond schild met op de achtergrond blokjes en horizontale arcering). In het begin van het koninkrijk was dit rijkswapen kennelijk erg belangrijk en zie je een redelijk gelijkende lange versie van dit wapen op loodjes terug uit die tijd. Later werd er soms, waarschijnlijk door ruimte gebrek,  een kleiner kortere en simpelere versie van het rijkswapen gebruikt.

Vanaf het einde van de 19de eeuw is waarschijnlijk de techniek van het maken van plombeertangen zo voorruit gegaan dat een nauwkeurig stempel te maken. Vanaf dat moment zie je een strak rijkswapen verschijnen.

English Version

Administratief nummer

Op de meeste accijnsloodjes staat een administratief nummer. Iedere belastinginspecteur had een eigen (priseer/plombeer)tang met hierin een nummer. Zo kon men zien wie desbetreffende goederen had gepriseerd/geplombeerd. Omdat dit vaak lokale mensen waren is het niet vreemd dat je in een bepaald gebied vaak hetzelfde nummer tegen komt. In dit onderzoek ga ik er vanuit dat de uitgaven van de nummers op volgorde is van laag naar hoog. De laagste nummers binnen een groep zijn dus ook de oudste binnen een groep.

Over het algemeen wordt aangenomen dat aan het begin van de tweede wereldoorlog, men is gestopt met het aanbrengen van loden accijnszegels.

Bataafse Republiek (1795-1806)

Type BR


afmeting ca 20mm
datering 1795-1806 (Bataafse Republiek)

Accijnslood met hierop de letters “BR”.

Op de keerzijde staat een naar links klauwende leeuw, de generaliteitsleeuw in een wapenschild, dus zonder de streepjes en blokjes die in het latere rijkswapen wel te zien zijn.

Op de loodstrip die de voorzijde met de achterzijde verbindt staat waarschijnlijk de tekst “LIC”. Dit zou een verwijzing kunnen zijn naar “Licenten” wat vergunningen (licenten) zijn om handel te mogen drijven. Deze werden geheven door de douane (Afdeling Convooien & Licenten). Wanneer dit zo is, zou dit dus ook een douaneloodje kunnen zijn.

Dit loodje is een penlood type 1

Het gaat hierbij om een lood van de Bataafse Republiek (BR).  Dit is een relatief klein lood wat later ook gebruikelijk  is bij de eerste accijnsloodje van het koninkrijk. Daarnaast staat op dit loodje ook nog geen registratienummer. Bij het eerste accijnsloodje van het Koninkrijk type Accynsen is dit ook het geval.

BR lood in het algemeen beredeneerd register Bataafsche Gemenebest 1806

Type INDIRECTE-BELASTINGEN

Datering ca 1814-1818
Diameter: ca 32mm

Voorzijde: “INDIRECTE / BELASTINGEN” met er onder een sierstreep.

Keerzijde: groot rijkswapen

De Afdeling Indirecte Belastingen is opgericht in 1814 en in 1815 opgegaan in de Generale Directie van de Indirecte Belastingen en van de Convooien en Licenten. Tot ca 1818 werd de naam “indirecte belastingen” gebruikt waardoor je het loodje kunt dateren ca 1814-1818. In 1926 was er ook een afdeling “indirecte belastingen” maar destijds was de vorm van de loodjes heel anders dus dat kunnen we uitsluiten. Deze afdeling had taken omtrent accijnzen op zout, zeep, wijnen, brandewijn, gedestilleerd bier, azijnen, turf, steenkool, binnenlands lastgeld, waag en rondemaat.

Gezien het relatieve grote formaat van dit lood is het wellicht een administratief lood geweest die tijdens (na)controles werd bevestigd. Het formaat is vergelijkbaar met douaneloodjes uit die tijd en kan er ook op duiden dat het lood is gebruikt bij de invoer van goederen.

Met dank aan Sjef Direcks voor de afbeeldingen van dit loodje, door hem gevonden in Landgraaf.

 

 

Type ACCYNSEN

Datering ca 1845-1867
Diameter: ca 16mm
Voorzijde: “ACCYNSEN” met hieronder een kleine sierstreep met een balletje erop die ook op de douaneloodjes van die tijd voorkomt. Bovenaan en/of onderaan staat ook nog een sterretje
Keerzijde: groot rijkswapen

Dit lood kan een penlood type 1 of type 2 zijn

Vanaf ongeveer 1845 staan er berichten in de krant over vleesch plombering. In het kranten bericht hierboven wordt specifiek “accijnsen” benoemd. Er staat nog geen nummer op en er wordt ook gebruik gemaakt van het grote rijkswapen. Dit type is te klein om een nummer op aan te brengen.

sierstreep accijnslood
Sierstreep douanelood

 

 

 

 

Nieuwe Rotterdamsche courant 1852 over loodje “accijnsen”

.

Type ACCGST

Datering ca 1819-1865
Diameter: ca 18-20mm
Voorzijde: “***”/ “Acc:G:ST”  hieronder een kleine sierstreep / “999”
Keerzijde: rijkswapen

Wellicht slaat Acc:G:ST op Accijns Gewicht of Stuks / Steenkolen

In de algemene handelswet uit 1819 wordt geregeld dat men voortaan het handelsrecht niet alleen maar heft op de waarde maar ook naar het gewicht en/of de inhoudsmaat (stuks).*1

Net zoals bij het accijnslood ACCYNSE lijken de eerste versies van dit lood iets kleiner te zijn. Er staat op dit zegellood een kleine sierstreep die ook op de accijnsloodjes type ACCYNSE staat. Opvallend is dat op dit type ook een accijnsnummer op staat. Dit type loodje heeft 4 regels tekst en dit past vaak niet goed op dit formaat.

Bij dit loodje wordt gebruik gemaakt van penlood type 1a en 2 waardoor de keerzijde bijna nooit goed afgedrukt wordt.

Er bestaat een wellicht aan het AccGst verwant loodje met aan beide zijden de tekst VC (link)

*1= Van tollenaar tot poortwachter, pag 75,76 

Type ACC

Van het type ACC zijn er twee uitvoeringen, namelijk eentje als penlood en eentje als knijplood.

PENLOOD


Hoogstwaarschijnlijk is dit type lood de opvolger van het vleeslood ACCYNSE.

Dit type komt veel minder voor dan ACC-NO, en lijkt qua afbeelding op de douaneloodjes type RENA. Bij de douane variant staat er “R&A” met hieronder het nummer, bij het accijnsloodje staat “ACC” met hieronder het nummer. Zowel het douaneloodje als het accijnsloodje dragen op de keerzijde het rijkswapen. Op het loodje met nummer 5 (gevonden door Erik Heek) is te zien dat het wapenschild rechthoekig is met hieronder een bolletje.

Nummering: ca 1 t/m 1200

Vorm en afmeting: rond  ca 22mm – penlood type 1a.

Douanelood RENA

Datering ca 1867-1877

Voorzijde: “ACC” / “9999”

Keerzijde: simpel rijkswapen (minder blokjes achter de leeuw)

In de een wet uit 1867 staat dit loodje beschreven. In de wet zelf wordt er gesproken over het woord “accijnzen” op het lood met de opmerking dat deze wordt afgekort naar “ACC”. Verder komt de afdruk van het nummer van de priseertang ter sprake.

wet 1867 – ACC

 

KNIJPLOOD

Hierboven zie je de veel minder voorkomende knijplood variant. Deze is met 17mm ook een stuk kleiner dan het penlood type (22mm). Het lijkt er dus op dat dit wellicht, of een eerder uitgave is geweest of gewoonweg een heel ander type is. Dit andere type is wellicht (tijdelijk) door de douane gebruikt. Opvallend zijn ook de overeenkomsten met het type BR van de Bataafse Republiek. Ook bij dat lood zijn er vermoedens dat deze door de douane zijn gebruikt ivm de letters “LIC” van licenten op de loodstrip. Het type BR is ook ca 17mm en de contouren van het wapenschild komen ook overeen. Het type BR is echter een penlood.

Vindplaats van de 2 kleine loodjes is Coevorden waar al van oudsher een kantoor van de douane was gevestigd.

Het lood met nummer 144 heeft een druppelvorm net zoals de douaneloodjes. Wellicht waren de ronde loodjes op of is dit inderdaad een douanelood.

Type ACC-NO


Een heel veel voorkomend accijnslood in Nederland. Bijna identiek aan de vorige maar met de toevoeging van het woordje “No”. Aangezien er tussen deze loodjes heel vaak haren zitten kun je er wel vanuit gaan dat deze werd gebruikt als vleesloodje. Deze werden in de haren van het dier geklemd.

Opvallend is, is dat bij de lage nummers voor de 100 het woordje  “No” met een schuine N wordt geschreven, net zoals bij de vroege douaneloodjes type INUIT en dat deze “No” ook voor het getal staat. Na de 100 staat het nummer een reel lager. Deze douaneloodjes werden gebruikt ca 1830-1853.

Hogere cijfers hebben veel gelijkenissen met het type VP die in de literatuur (krant) is terug te vinden en te dateren is vanaf 1890.

Datering  1830-1940*
Afmeting: ca 22mm

Voorzijde: “ACC” / “No” / “999”  waarbij de “o” van “No” in uppercase (bovenaan) staat

Het hoogste nummer dat bekend is: 668

Keerzijde: simpel rijkswapen (minder blokjes achter de leeuw)

*=onzekere datering

Type AGt

Vorm: rond
Afmeting: ca 22mm
Datering (voorlopig): ca 1855-1940
Type lood: penlood type 1a, 1 en 2
Voorzijde: “***”  of “**”/ “999” /  “AGt”
Keerzijde: rijkswapen

Bovenaan het loodjes staan drie sterren. Tussen registratienummer 300 en 400 lijkt men over te gaan op twee sterren. Op de volgende regel staat het accijnsnummer/registratienummer. Op de derde regel staan de letters “AGt”. De letter “t” staat in superscript (bovenaan) erbij en is veel kleiner en valt hierdoor vaak weg. Doordat de hoeveel tekst eigenlijk teveel is voor op dit lood vallen vaak de eerste of de laatste regel (gedeeltelijk) weg. Door het gebruik van dit type penlood is de afbeelding op de achterzijde  (rijkswapen) vaak zeer slecht zichtbaar. Ook tussen deze loodjes zitten vaak haren. Bij AG gaat het om Accijns op het Geslagt (vleesloden) .   

 

TYPE VP (Veeartsenijkundige Politie)

Vorm: ovaal-eivormig

vz: rijkswapen

kz: V.P. No

Datering: vanaf 1-1-1890
Vindplaats: De eerste 3 afbeeldingen Nederland, gevonden en gedoneerd door Gijs GD. De laatste 2 afbeeldingen gevonden door René Schuurhuis.

Over V.P. loodjes wordt al in de 18de eeuw gesproken

opregter groninger courant 1769 – Met hierin al een eerdere vermelding van de letters V.P. (vanaf ca 1745)

Het lood waar het hier omgaat is een nieuwer type. Het is beschreven in de Nederlandsche Staatscourant  van 1890. Het begint in op 1-1-1890 met een lood voor schapen. Later ook voor runderen.

Nederlandsche Staatscourant 1890

Nieuwe Tilburgsche Courant 1892 – nummer 13 en 14 voor runderen

Opvallend zijn de roestsporen doordat ijzerdraad tussen het lood geseald is geweest. Hierdoor is er ook een ophoging in het lood ontstaan. In de detailfoto zijn goed de blokjes te zien die in het rijkswapen zitten en rechts onderin zijn ook nog wat strepen van dit wapen zichtbaar. Op de keerzijde bovenaan staan de twee hoofdletters “V.P.”. Wellicht dat dit staat voor Veterinair Product of Vee Product Hieronder staat de tekst “No 8” waarbij de o onderlijnd is. Het gaat hier dus om registratienummer 8.

opregte haarlemsche courant 1891 – vp lood

TYPE LEVENSMIDDELEN

Datering ca 1900-1940

Afmeting: 19mm

vz: omschrift “levensmiddelen” en “goedgekeurd”

kz: rijkswapen

Over dit loodje is nog niet zoveel bekend. Het werd hoogstwaarschijnlijk gebruikt bij steekproeven die op levensmiddelen werden gedaan. Dergelijke woorden werden echter veel gebruikt in allerlei keuringsdocumentatie van het rijk in de eerste helft van de 20ste eeuw.

Hier mijn loodjes van dit type

Type RIJKSMUNT-MEESTER

 

In 1901 is de onafhankelijke afdeling controle van ’s Rijks munt opgericht. Dit lood heeft aan de voorzijde het rijkswapen met de tekst “Rijks Munt Meester” Keerzijde: een wegschaal met de tekst “afd controle” referentie De afdeling controle van de Rijksmunt staat beschreven in een brief van Dr. Ir. M.van den Brandhof

TYPE RPZ

Lood van het Rijks Proefstation voor Zaad controle gevonden door Marcel Slot.

vz: De letters RPvZ op een horizontaal gestreepte achtergrond met sterrenrand

kz: het rijkswapen met links een “A” en rechts een “1”. Wellicht staat dit voor afdeling 1, een term die vaker werd gebruikt. Het omschrift is gedeeltelijk leesbaar “RIJKSZAADDCONTROLE”

PAN-object

Het lood staat hieronder beschreven.

Het Rijksproefstation voor zaadcontrôle te Wageningen 1922

 

Tot slot

Vragen en opmerkingen

Tijdens mijn onderzoek ben ik een diversiteit aan loodjes tegengekomen. Omdat over deze loodjes nog geen (bekende) documentatie is zullen sommige loodjes wellicht ten onrechte het label “accijnslood” krijgen. Natuurlijk sta ik daarom open voor commentaar en opmerkingen. In dit artikel geef ik ieder loodje een typenaam plus eventueel een subtype zodat daar makkelijk naar te verwijzen is. Mocht je vragen en/of opmerkingen hebben bij een specifiek type dan kun je mij mailen (info@metaaldetecteren.nl) o.v.v. het type waar je iets over kwijt wilt. Heb je een nieuw en/of afwijkend type, stuur dan zo scherp mogelijke foto’s zodat ik deze in de verzameling kan opnemen.

Referenties

Het boek “Van tollenaar tot poortwachter – Geschiedenis van de douane, de oudste rijksdienst van Nederland” door Tom Pfeil. Andere bronnen zijn Facebook, PAN (Portable Antiquities Nederland portable-antiquities.nl) en natuurlijk bagseals.org. Paul Verhagen nog bedankt voor de donatie van enkele loodjes die in dit onderzoek zijn gebruikt.

2 thoughts on “Accijnsloodjes uit de Nederlanden – onderzoek

    1. Ook de kosher vleesloodjes hebben mijn interesse. Inmiddels heb ik er al een paar verzameld. Wellicht dat ik daar ook een onderzoekje aan wijd. In dit onderzoek staan ze er niet tussen omdat het geen rijksloodjes zijn.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *