Nederlandse Koloniale en Marine Loodjes

Door contact met Jaime Rub die een aantal loodjes in het bezit heeft, die sterk lijken op Nederlandse douaneloodjes, maar niet geheel hetzelfde zijn, werd ik geïntrigeerd. Jamie gaf aan dat deze afkomstig zijn uit Indonesië (Palembang, Sumatra en Gresik, Java). Deze plaatsen in Indonesië zijn onderdeel geweest van de Nederlands Indië. De aanwezigheid van Nederlandse zegelloodjes uit de koloniale periode is dus niet vreemd. Dit was het begin van een onderzoek naar loodjes van overzee

English version

Dit is een werkdocument en gaat over de zegelloodjes van de Admiraliteit en diensten Marine en Koloniën rondom de Franse Tijd. Deze diensten waren verantwoordelijk voor het innen van belastingen van en naar de koloniën. Daarnaast staan hier ook de loodjes van de handelsorganisaties VOC, WIC en NHM omdat deze nauw betrokken waren bij eerst de provinciën en later de Nederlandse staat. 

Admiraliteit, VOC en WIC

De gekruiste ankers van de admiraliteit (rijksmuseum)

De Staatse vloot was de vloot van oorlogsschepen ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795). De schepen werden geleverd door de vijf admiraliteiten, waardoor de gewestelijke invloed groot was. De admiraliteit zorgde voor de veilige doortocht van en naar de Nederlandse koloniën en zij waren gerechtigd in- en uitvoerrechten te innen. De gekruiste ankers stonden symbool voor de admiraliteit. De vijf admiraliteiten waren De Maze (Rotterdam), Amsterdam, Friesland (Dokkum, vanaf 1645 Harlingen), Zeeland (Middelburg) en
Noorderkwartier (Hoorn en Enkhuizen).

voc stuiver ceylon 1787

De Verenigde Oost-Indische Compagnie, afgekort tot VOC (1602-1800), was een particuliere Nederlandse handelsonderneming met een monopolie op de overzeese handel tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en del koloniën (gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan). Zij maakte gebruik van de diensten (bescherming) van de admiraliteit. Na de oprichting van de Bataafse Republiek in 1795 werd dat jaar besloten dat de VOC per 1 maart 1796 genationaliseerd werd. De schulden, bezittingen en administratie van de VOC gingen over op de nieuwe republiek. Het octrooi dat eind dat jaar zou aflopen, werd verlengd tot 31 december 1798 om de lopende zaken af te handelen en vervolgens voor een laatste keer tot 31 december 1800. Het logo van de VOC is echter zelfs tot in de Franse tijd (1810) gebruikt.

De West-Indische Compagnie (WIC), voluit de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie (GWIC of GWC: zie afkorting op de vlag) was een bedrijf uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dat in 1621 werd opgericht als privaatrechtelijke onderneming met publiekrechtelijke taken; de WIC was verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal van de Nederlanden. De compagnie ontving van de Staten-Generaal – oorspronkelijk voor 24 jaar – het alleenrecht binnen de republiek op handel en scheepvaart in het door de Staten-Generaal vastgestelde octrooigebied tussen twee meridianen. Als westgrens gold de meridiaan door de oostpunt van Nieuw-Guinea en als oostgrens die van Kaap de Goede Hoop. De WIC bestond van 1621 tot 1792.

De oprichting van de NHM (Nederlandse Handelsmaatschappij) in 1824 kan wellicht worden gezien als een poging om de VOC nieuw leven in te blazen door de (tijdens de Franse tijd in het slop geraakte) handel met Nederlands-Indië weer een nieuwe impuls te geven.

 

Onderscheidingsvlag minister van Marine

Ministeries van Marine en Koloniën

Na de Bataafse en Franse tijd (1795-1813) was er weer een zeemacht nodig zoals de admiraliteit. Het ministerie van Marine werd opgericht en heeft bestaan van 1815 tot 1825, van 1843 tot 1928 en van 1941 tot 1959 en had twee gekruiste ankers (net zoals de admiraliteit voor 1795) in de onderscheidingsvlag. In de periode tussen 1825 en 1843 bestond er enige tijd een ministerie dat ook verantwoordelijk voor de overzeese gebieden, het ministerie van Marine en Koloniën.

Nadat in 1813 de Fransen waren verslagen, werd er in 1814 een Departement voor de Zaken van Koophandel en Koloniën opgericht. De VOC bestond immers niet meer. Tot 1842 was Koloniën, met uitzondering van de periode tussen 1834 en 1840 doorlopend met andere departementen verenigd: achtereenvolgens als Koophandel en Koloniën (1814 – 1818), Onderwijs, Nationale nijverheid en Koloniën (1818 – 1824), Nationale nijverheid en Koloniën (1824 – 1825), Marine en Koloniën (1825 – 1829), Waterstaat, Nationale nijverheid en Koloniën (1830 – 1831), Nationale nijverheid en Koloniën (1831 – 1834), Koloniën (zelfstandig ministerie, 1834 – 1840), Marine en Koloniën (1840 – 1841). Vanaf 1842 werd Koloniën een zelfstandig ministerie.

De loodjes

Het document is globaal opgedeeld in drie delen, namelijk

deel 1: de periode tot ca 1795: Dit zijn de loodjes van de VOC, WIC en admiraliteit waarbij de logo’s van de VOC en WIC plus de gekruiste ankers een rol spelen

deel 2: de periode van de Bataafse republiek ca 1795-1813 waarbij gebruik wordt gemaakt van de generaliteitsleeuw en de eerste druppelvormige en ronde loodjes verschijnen

deel 3: de periode van het koninkrijk der Nederlanden vanaf 1813 waarbij gebruik wordt gemaakt het Nederlandse wapen. Opvallend zijn ook de geheel ronde loodjes.


DEEL 1

PERIODE TOT CA 1795

VOC, WIC EN ADMIRALITEITEN


Type VOC-ZEILLOOD

Vorm: rond
Diameter ca 25mm
Datering: 1600-1800

Dit lood van de VOC is hoogst waarschijnlijk een zeillood. Op de voorzijde staat het VOC logo met hierboven de A van de kamer Amsterdam. Dat het een zeillood is kun je o.a. baseren op het telmerk dat op de achterkant staat. Hetzelfde tel principe werd namelijk ook gebruikt in de lakenindustrie in de 17de en 18de eeuw (zie telmerk). In dit geval gaat het dan om een zeil van 45 ellen (ongeveer 30 meter) groot. Bij voor de admiraliteiten vervaardigde zeildoeken werden als kwaliteitskeurmerk ook dergelijke loodjes gehangen.

Types WIC

WIC loodjes zijn bij mijn weten nog nooit ergens met zekerheid gedetermineerd. Toch is het niet onwaarschijnlijk dat deze handelsorganisatie eigen loodjes gebruikte. Hieronder loodjes die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen.

Op FB kwam ik een zegellood (links) van Marvin Zegers tegen die ook de vorm van een soort druppel heeft. Nu bestond er naast de VOC ook de West Indische Compagnie, de WIC. Het reguliere logo echter van de WIC  (hierboven) wijkt hiervan af. Toch is het niet geheel onwaarschijnlijk dat dit een lood is van desbetreffende compagnie. 

De Britse tegenhanger van de VOC was de East India Company (EIC). Deze gebruikte loodjes zoals hier in ht midden waarbij de V waarschijnlijk stond voor Vnited (United). Er zijn echter momenten in de geschiedenis geweest dat de VOC en EIC samenwerkte. Het is overigens niet geheel onmogelijk dat dit Engelstalige loodjes zijn van de VOC. Deze gebruikte immers wel de letter V terwijl de EIC dat niet deed.

Vergelijkbare loodjes bestaan er ook met de letters W en C zoals hieronder uit de collectie van Gemeente Rotterdam (rechts). Dit zouden ook WIC loodjes kunnen zijn.

Het laatste loodje is er eentje die gevonden is in Coevorden. Hier lijkt op de ene zijde WI of WIC te staan. Op de andere zijde staat de letter A. Wellicht een lood van WIC kamer Amsterdam.

Type ADMIRALITEIT-ANKER

Vorm: rond, 25mm
Datering: ca 1795
Vindplaats: Nederland, omgeving Hilversum
Aantal bekend: 2
Afgebeeld lood gevonden door: William Koskamp

Dit lood is recent gevonden en heeft aan beide zijden de gekruiste ankers (negatief aangebracht) zoals tot aan 1795 werd gebruikt door de admiraliteit en later in 1815 door het ministerie van Marine. Omdat het geen rijkswapen heeft zal het waarschijnlijk door de admiraliteit voor 1795 zijn gebruikt. Ook tijdens de roerige Bataafse tijd (1795-1806) werd weleens terug gegrepen op oude symbolen dus ook dan zou het lood gebruikt kunnen zijn. 

Op de website loodjes.nl staat onder onbekende loodjes ook e.d. lood afgebeeld. Zie hier

Hieronder een ankerlood in de vorm van een pijplood. Opvallend is dat de gekruiste ankers geen ankerogen hebben.

 


DEEL 2

PERIODE TOT 1795-1813

BATAAFSE REPUBLIEK & GENATIONALISEERDE VOC


Type VOC-DRUPPEL

Dit is tot nu toe het oudste loodje in druppelvorm en waarschijnlijk qua vorm de basis van alle export en interne goederen stromen tussen Nederland en de koloniën. Aangezien het voor de eerste keer een druppelvorm is en dit soort loodjes door de VOC hiervoor (hoogst waarschijnlijk) niet werden gebruikt neem ik aan dat deze is uitgeven ten tijde van de Bataafse republiek 1795-1800 toen de VOC genationaliseerd was. Er bestaat overigens ook een rond VOC lood die in het begin van het koninkrijk waarschijnlijk qua vorm de basis is geweest van import en export naar en van het buitenland.

Op de voorzijde is duidelijk het VOC monogram te zien.

Op de keerzijde staat Amsterdam. Dit verwijst naar het hoofdkantoor, de VOC kamer Amsterdam. Onderaan staat ook een klein sierbalkje met hierin een kleine ster. Op latere douaneloodjes staat ook een dergelijke sierbalk.

Sierbalk op douanelood

Met dank aan Hylke Roorda voor de afbeeldingen van het eerste loodje gevonden in Noord Rijnsaterwoude met gewicht  9,63gr.


DEEL 3

PERIODE 1813-1945

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN


Type WAPEN-CIJFER

Vorm: druppel
Afmeting: lengte ca 24mm
Datering: ca1815-1820
Vindplaats: Coevorden, Nederland

Tot nu toe zijn er 2 van deze loodjes bekend. Het lijkt een vervolg te zijn op het type NO-SPECIAAL omdat ook dit lood eigenlijk alleen een (rijks)wapen bevat en een registratienummer.

Ook hier weer ga ik er vanuit dat het gaat om een koloniaal lood.

De redenering hiervoor is:

  • het ontbreken van de afkorting “ACC” van accijns – dit wordt wel gebruikt bij accijnsloodjes
  • het ontbreken van de afkorting “R&A” van regten en accijnsen – dit wordt wel gebruikt bij douaneloodjes
  • de druppelvorm, typisch voor koloniale en douaneloodjes

Op dit type lijkt een heel kleine versie van het rijkswapen te staan. De tekst “No” ontbreekt en er is ook geen parelrand. 

Voorzijde: accijnsnummer/registratienummer 

Keerzijde: klein rijkswapen

Dit loodje is ook afwijkend in hoe deze bevestigd hebben gezeten. In één loodje zit nog een stuk koperdraad vast.

 

Type ANKER

Vorm: druppel
Datering: ca 1815-1900
Vindplaats: Nederland en Indonesië
Aantal bekend: 10

Door alle overeenkomsten met Nederlandse douaneloodjes (druppelvorm) ga ik er vanuit dat dit een douaneloodje is die werd gebruikt door het ministerie van Marine, de opvolger van de admiraliteit. Dit is een douaneloodje met het langere rijkswapen inclusief kruisje op de kroon. Ook is opvallend dat het rijkswapen er omgekeerd  op staat t.o.v. de andere douaneloodjes. Op de keerzijde staan gekruiste ankers in een cirkel. De cirkel zelf is gemaakt met een dikkere lijn.

Er waren in de begintijd van het koninkrijk veel hervormingen gaande op het gebied van het belastingstelsel en dus heeft men wellicht toen voor de herkenbaarheid wederom de gekruiste ankers van de admiraliteit gebruikt. Dit  lood kunt dateren vanaf ca 1815 omdat toen ook het Nederlandse rijkswapen werd geïntroduceerd. 

In een krantenartikel uit 1882 van “De locomotief – Samarangsch (West-Java Indonesië) handels en advertentieblad” wordt in de handelsberichten bij tabak naar dit lood verwezen. Ngoedjang is in dit geval overigens een tabaksmerk.

De locomotief Samarangsch handels en advertentieblad 1882

In het belasting en douane museum is er ook een plombeertang in de collectie die dit stempel met rijkswapen en gekruiste ankers heeft.

IJzeren plombeertang welke met een veer aan de binnenzijde uit elkaar gedrukt wordt. Op het bovenste handvat ingeslagen het nummer 6 De sjablonen voor de afdruk van het lood heeft aan een zijde twee gekruiste ankers en aan de andere zijde het rijkswapen (met koningskroon) zonder schildhouders. Aan het uiteinde van een handvat ingeslagen, A. Kranius, Amsterdam, waartussen boven een lauwertak een schildje, waarin een vogel (kraanvogel). https://data.collectienederland.nl/page/aggregation/bendmuseum/02087

Bij het PAN staan ook twee loodjes van dit type geregistreerd. PAN-referentie 1 PAN-referentie 2

 

 

Type KOLONIËN

Vorm: druppel
Datering: ca 1842-1861
Vindplaats: Nederland
Aantal bekend: 1

Lood van het departement van Koloniën.

Op de voorzijde “departement van kolo nien” en op de keerzijde het kortere rijkswapen. In het voorbeeld is de laatste regel met “NIEN” weggevallen.

Dit departement heeft twee periodes ook daadwerkelijk zo geheten. Van 1 januari 1834 tot 10 augustus 1840 bestond het departement van Koloniën, dat daarna wederom het departement van Marine en Koloniën werd. Vanaf 1 januari 1842 was er weer sprake van het departement van Koloniën. In 1861 hield deze op te bestaan.

Omdat dit lood het kortere rijkswapen draagt (vanaf ca 1845) kun je dit lood toewijzen aan de tweede periode dat dit departement bestond : 1842-1861

 

 

 

 

 

 

Type 3G

Vorm: rond
Datering: ca 1818-1832
Vindplaats: Indonesië
Aantal bekend: 1

Het ronde zegellood uit Indonesië heeft zeker een Nederlandse herkomst omdat het een kloppend rijkswapen heeft. Van het andere loodje is de herkomst niet zeker. De leeuw zou een generaliteitsleeuw kunnen zijn ware het niet dat er geen zwaard en pijlen zichtbaar zijn. Het zou hierbij dan ook om een Belgische leeuw kunnen gaan en dan waarschijnlijk om een spoorloodje en niet met 3G als tekst maar 30. Voor de zekerheid laat ik echter het loodje erbij staan.

Het loodje uit Indonesië is een rond zegellood met de opvallende tekst “3 G”.  Omdat dit lood rond is en voorzien van het grotere rijkswapen denk je bij dit lood al gauw aan een douanelood. Ronde douanezegels werden in Nederland gebruikt tot ca 1845.

De tekst “3 G”  doet meteen denken aan een munt die destijds gebruikt werd, namelijk  het drieguldenstuk. Deze munt werd geslagen tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden maar ook tijdens de regeerperiode van Willem I. De datering van een rond douanelood (1816-1845) in combinatie met de circulatieperiode van het drieguldenstuk (1818-1832) doet vermoeden dat dit lood is gebruikt tussen ca 1818-1832. Dit is dan ook de voorlopige datering die ik het meegeef.

Type BAG

Vorm: rond 
Datering: 1845-1940
Vindplaats: Indonesië
Aantal bekend: 1

Opvallend zijn de roestsporen doordat waarschijnlijk ijzerdraad tussen het lood is geseald. 

Op een zijde van dit loodje lijkt de tekst te staan “BAG” / “I”

Op de keerzijde staat het rijkswapen tussen de letters “R” en “A” wat “regten en accijnsen” betekent. Hiermee heeft deze zijde van dit type erg veel overeenkomsten met het douaneloodje R-WAPEN-A dat (waarschijnlijk) voor import werd gebruikt in de periode 1845-1940. Wellicht was dit dus de versie die werd gebruikt voor import naar de koloniën in dezelfde periode (1845-1940).

 

Douanelood R-WAPEN-A

 

 

 

 

 

Type MIB

Vorm: eivormig 
Datering: 1845-1940
Vindplaats: Indonesië – Er is een tweede loodje met alleen de letter M zichtbaar gevonden in Nederland
Aantal bekend: 1

Op de voorzijde van dit loodje staat de tekst “MIB”. Waar M.I.B. voor staat is vooralsnog onbekend. Het zou kunnen staan voor het “Ministerie van Buitenlandsche zaken” al wordt dit vaker als MiBu afgekort. Er is echter een vermoeden dat dit staat voor “Marechaussee Inspectie Batig slot”. Het batig slot was de omstreden winst die voortkwam uit het cultuurstelsel in Nederlands-Indië en ten goede kwam aan de Nederlandse schatkist. Het cultuurstelsel werd in 1830 door gouverneur-generaal Johannes van den Bosch ingevoerd met het idee dat Nederlands-Indië een wingewest was.

Op de keerzijde staat het rijkswapen 

 

Uit Indonesië

In Nederland gevonden

 

Type MS

Vorm: rond ca 25mm
Vindplaats: Amersfoort 
Aantal bekend: 1

Met dank aan Dirk Anholts voor het delen van de afbeeldingen.

VZ: de tekst “MS”. Waar M.S. voor staat is vooralsnog onbekend. Het zou kunnen staan voor “Militaire School”. In 1886 werd er aan de prins Willem III kazerne in Amersfoort een rij- en hoefsmidschool toegevoegd (referentie). Het is bekend dat magazijnen van de diverse kazernes eigen zegelloodjes gebruikte, dus dit zou er ook een kunnen zijn. Natturlijk kan het in dat geval ook een loodje zijn van de Militaire School uit Haarlem (referentie)

KZ: rijkswapen 

Het is dus nog onbekend waar dit loodje voor werd gebruikt. De ronde vorm in combinatie met de afmeting duidt vaak op een wat ouder loodje richting 1850. Ook bij koloniale loodjes was de ronde vorm wat meer gangbaar. 

 

 

 

Type SA

Vorm: rond 
Datering: 1845-1940
Vindplaats: Indonesië
Aantal bekend: 1

Op de voorzijde van dit loodje lijkt de tekst te staan “SA”

Op de keerzijde staat het rijkswapen 

 

 

 

Type R&A-ROND

Vorm: rond
Datering: ca 1840-1845
Vindplaats: Indonesië
Aantal bekend: 2

Dit zegellood heeft wederom weer veel overeenkomsten met de douaneloodjes van de types NO-R&A en R&A. Aangezien dit lood echter het grotere (langere) rijkswapen draagt en ook rond is heeft deze de meeste overeenkomsten met NO-R&A een douanelood dat in ca 1840-1845 werd gebruikt. Een vergelijkbare datering houd ik dan ook voor dit type zegellood aan.

Wat opvalt is dat het woordje “No” ontbreekt, het lettertype groter is, de rand ontbreekt, het wapen te groot is voor de oppervlakte en de perfecte ronde vorm.

 

Type 8e Bureau 

Vorm: rond (dat is de bedoeling)
Datering: ca 1893-1940
Vindplaats: Indonesië
Aantal bekend: 1

Het Hoofdbestuur van de Posterijen en Telegrafie bestond in de periode 1893 – 1940. Een onderdeel hiervan waren de Gouvernements Post- Telegraaf- en Telefoondiensten Nederlands Indië. In een wetboek uit 1917 staat het volgende artikel:

8e bureau Batavia 1917

Een onderdeel van dit Hoofdbestuur was het 8e bureau die verantwoordelijk was voor de uitgifte van de plombeertangen in Batavia. Deze dienst was ook verantwoordelijk voor het vervoeren van de brieven of dit uitbesteden aan derden (postvervoer naar de Nederlandse Koloniën via boot en vanaf 1920 ook met het vliegtuig). Dit loodje is dus waarschijnlijk gebruikt als verzegeling van koloniale post.

referentie actorenregister 

Type NHM

Vorm: rond
Datering 1824-1964
Vindplaats: Indonesië en Nederland
Aantal bekend: 2

De Nederlandsche Handel-Maatschappij N.V., afgekort NHM, werd op initiatief van koning Willem I in Den Haag opgericht op in 1824. De doelstelling was “bevordering van handel, scheepvaart, scheepsbouw, visserij, landbouw en (het fabriekswezen)”. Door de verbondenheid met de Nederlandse regering speelde de NHM een belangrijke rol in het bevorderen van de handel tussen de Nederlanden en haar koloniën, met name Nederlands-Indië. De NHM wordt soms wel de opvolger genoemd van de in 1800 opgeheven Vereenigde Oostindische Compagnie, daar ze eveneens in particuliere handen was, aandeelhouders had en de invloed van de Oranjes op het bedrijf voelbaar was. De oprichting van de NHM kan wellicht worden gezien als een poging om de VOC nieuw leven in te blazen door de (tijdens de Franse tijd in het slop geraakte) handel met Nederlands-Indië weer een nieuwe impuls te geven.

 

 

Opmerkingen en oproep

Dit artikel is o.a. tot stand gekomen door het beschikbaar stellen van zegelloodjes uit de collectie van Jaime Rub en Marcel Vos. Hartelijk bedankt hiervoor!

Ik realiseer mij dat de hoeveelheid beschikbare loodjes erg laag is om een goede catalogus op te stellen. Ik wil daarom iedereen vragen die vergelijkbare zegelloodjes (vooral met rijkswapen of generaliteitsleeuw) en/of zegelloodjes uit de (voormalige) Nederlandse koloniën, heeft om foto’s hiervan beschikbaar te stellen zodat ik deze aan dit document kan toevoegen. Mail met foto’s met vermelding van vindplaats en het liefst de afmeting kunnen worden gestuurd naar info@metaaldetecteren.nl.