Douaneloodjes uit Nederland – Onderzoek

Onderzoek naar douaneloodjes In Nederland worden er regelmatig douaneloodjes gevonden en dit onderzoek gaat over de loodjes die eind 18de eeuw tot ca 1940 zijn gebruikt.  Douaneloodjes zijn loodjes waarmee goederen voor import, export en/of doorvoer werden verzegeld. Dit noemde men destijds plomberen, een verwijzing naar “plumbum” de Latijnse naam voor lood.

Waarschijnlijk een verzegellood gebruikt door de Admiraliteit voor 1795. Een generaliteitsleeuw binnen een parelrand. Keerzijde is blanco,

English Version

Al in de 14de eeuw bestond er in de Noordelijke Nederlanden een dienst Convooien & Licenten die een vorm van verzegeling toepaste. Destijds was douane vooral een maritieme aangelegenheid. Later vanaf de 16de eeuw werd door de zelfstandige gewesten (admiraliteiten) binnen de Republiek der zeven Nederlanden dezelfde dienst geregeld. De opbrengsten kwamen vooral ten goede aan de marine. Hier kwam in 1795 door de Franse staatsgreep een einde aan. Vanaf dat moment komen de opbrengsten ten goede van de staat. Veel diensten gingen echter wel voorlopig onder dezelfde naam verder, zo ook Convooien en Licenten.

Belastingloodje van Convoyen en Licenten met generaliteitsleeuw die later in het wapen van Nederland wordt opgenomen (voor 1795).

In 1812 wordt tijdelijk het Franse belastingstelsel geldend voor zowel Nederland als België. Tussen 1813 en 1815 maakten het huidige Nederland, België en Luxemburg zich los van Frankrijk. Samen vormden Nederland en België het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, geregeerd door koning Willem I. Nederland en België delen een gemeenschappelijke douane en accijns periode tot 1830 toen België onafhankelijk werd. Douane In 1809, wordt door Lodewijk Napoleon de Dienst van de Convooien en Licenten geplaatst onder een zelfstandige Directeur-generaal der Douane. Het is dan voor het eerst dat de term “douane” opduikt.

De departementen van algemeen bestuur gedurende het tijdvak 1798-1907

De dienst In en Uitgaande Rechten en Accijnzen kwam in 1819 in de plaats van de dienst Convooien & Licenten. Deze dienst verandert in 1877 qua naam naar “Dienstvak van directe belastingen, invoerrechten en accijnzen” omdat dan het laatste uitvoerrecht wordt afgeschaft. In het actorenregister van het nationaal archief kun je overigens op een vrij gemakkelijke manier alle (voormalige) diensten en ministeries opzoeken vanaf 1795. Twee voorbeelden hiervan zijn Convooien en Licenten en In en uitgaande rechten.

Info: De douane tot 1816

Douaneloodjes zonder rijkswapen

Vanaf 1795 wordt de “douane” dus centraal door de staat geregeld. Men werkt toe naar een nieuwe uniforme manier om ingaande, uitgaande en/of doorvoer goederen te registreren. Goederen worden vanaf dat moment geplombeerd met meer uniforme loodjes (plombe) met herkenningstekens van de staat. In Nederland is dit in het begin de Generaliteitsleeuw en later van ca 1815 het rijkswapen. Bij dit onderzoek zijn meerdere verschillende douaneloodjes naar boven gekomen die geen rijkswapen hebben maar wel in Nederland en/of België zijn gebruikt. Omdat de grenzen van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden nog wel eens zijn verschoven in deze periode en omdat Nederland en België van 1815 t/m 1830 samengaan in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden is het interessant om beide landen m.b.t. de uitgifte van douaneloodjes in kaart te brengen. Nederland ofwel de Noordelijke Nederlanden, het gebied dat tot 1795 globaal onder de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden valt krijgt te maken met verschillende bewinden: Bataafse Republiek (1795-1806) – Koningrijk Holland (1806-1810) – Bataafs Gemenebest (1801-1806) – Eerste Franse Keizerrijk (1810-1813) – Soeverein vorstendom der Verenigde Nederlanden (21 november 1813 – 16 maart 1815) – Generaal-gouvernement voor delen van Limburg (1814-1815)

België

De Nederlandse en Belgische geschiedenis zijn op verschillende momenten in de geschiedenis verweven. Ook de namen Belgae en Belgica duiken regelmatig binnen die geschiedenis op, zo ook in de roerige Franse tijd. Daarom hier een kleine uiteenzetting over de Belgische geschiedenis en het gebruik van de diverse namen. Belgae is de naam die de Romeinen gaven aan de Keltische en Germaanse bewoners van Gallia Belgica het bijna volledige huidige België en delen van Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland. In 1548 werden de Spaanse Nederlanden, grofweg Nederland en België, tot één staatkundig geheel gemaakt, de 17 provinciën. Ze werden naast de Spaanse Nederlanden ook wel Belgica genoemd. Deze woorden werden dus door elkaar gebruikt! Het noorden werd echter in 1588 onafhankelijk van Spanje als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Vanaf dat moment werd het noorden de republiek maar ook de Nederlanden genoemd. Het zuiden, wat qua grondgebied veel meer overeen kwam met Belgae, behoorde toen nog steeds toe aan Spanje. Men noemt het nog steeds de Spaanse Nederlanden terwijl ook Belgica als naam werd gebruikt.

 

draagteken Brabantse omwenteling 1789-1790 (rijksmuseum)

Na beëindiging van de Spaanse Successieoorlog in 1713 kwamen de Zuidelijke Nederlanden door het Verdrag van Utrecht onder bewind van de Oostenrijk en werden om die reden ook wel de Oostenrijkse Nederlanden of Belgium Austriacum genoemd. De Brabantse Omwenteling of Brabantse Revolutie, ook wel Eerste Belgische Revolutie, was een opstand van de Zuidelijke Nederlanden in 1789 en 1790 tegen dit Oostenrijkse gezag. Tijdens deze revolutie wordt voor het eerst een “Belgische” nationale identiteit geuit. De opstand leidde tot het kortstondig bestaan van een republiek, de Verenigde Belgische Staten. De Franse woorden Belgique (en les Belges) hebben sinds de Brabantse Revolutie het woord Nederlanden vervangen. Eerste Franse Republiek (1794-1804) – Eerste Franse Keizerrijk (1804-1813) –  Generaal-gouvernement (1814-1815) Nadat Napoleon in 1813 was gevallen moest Frankrijk de gebieden die het geannexeerd had, weer afstaan. Het volk wenste het behoud van de Belgische eenheid en legde zich er na de val van Napoleon bij neer dat dit gebeurde binnen het bestuurlijk tweeledige Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In de periode 1815-1830 vallen zogezegd zowel Nederland als België onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Koninkrijk der Nederlanden en Royaume des Belgiques). Men noemt dit dan ook niet voor niets in België, de Hollandse tijd. In 1830 scheidt België zich definitief af van Nederland.

Kantoren van in- en uitklaring

Nederlandsche Staatscourant 12-6-1817 waarin bureau Zaandam vermeld staat.

Vanaf de jaren negentig van de 18de eeuw worden de Franse invloeden in Nederland en België steeds groter. Men beweegt hierdoor steeds meer richting een centraal belastingstelsel. In die begin tijd gebruikt men op douaneloodjes de plaatsnamen van lokale douanekantoren van in- en uitklaring. Tijdens de Franse tijd wordt dit ook gedaan door bijvoorbeeld “bureau d’Amsterdam” op dergelijke loodjes te vermelden. Ook in de jaren hierna wordt dit waarschijnlijk nog gedaan. In Nederland verschijnen er op een bepaald moment ook afkortingen van provincienamen op dergelijke loodjes.

Het kan handig zijn bij determinatie om een lijstje te hebben met plaatsnamen waar deze kantoren zich bevonden.

Hieronder een lijst uit 1816 met de kantoren van in- en uitklaring:

Aan de Landzijde: 
Winschoten, Henri-Chapélle, Bourtange, Francorchamp , Koevorden, Behaalt of Bocholt, Gramsbergen, Wasserbillig, Ootmarsum, Frisange,
Enschede, Aubange, Groenlo, Heir, Doesburg ; Chimaij , Nijmegen, Hastier la Vaux, Zevenaar , Quievrain, Gennip, Hertain, Venlo, Meenen,
Roermonde, Roestbrugge, Vaels ,

Aan de Zeezijde ;
Nieuwpoort, Medemblik, Ostende, Hoorn, Sluis in Vlaanderen, Zaandam, Vlissingen, Amsterdam, Veere, Harderwijk, Zierikzee, Zwolle, Harlingen, ‘
Hellevoetsluis , Zoltkamp, Brielle, Delfzijl.

 

Type BUREAU-NL

Update: 28-11-2024 Loodje uit Leeuwarden toegevoegd gevonden door Stephanie Dros

Datering: Koninkrijk Holland met de Franse koning Lodewijk Napoleon Bonaparte (1806-1810) en Eerste Franse Keizerrijk op het gebied van Nederland en België (1810-1813)

Omdat in 1810 de Franse keizer Napoleon ontevreden is over de controle en de opbrengsten nemen 20.000 Franse douaniers het werk van de Nederlandse ambtenaren over; alle koloniale goederen worden dan ineens met een heffing van 50% belast. In 1812 wordt het Franse belastingstelsel geldend voor ons land: het is veel strenger en kent zeer hoge belastingen.

Een douaneloodje gevonden door Edwin Bode-Wormmeester, van het douanebureau Amsterdam. Er naast staat ter vergelijking een loodje van douanebureau Marseille (referentie) uit dezelfde tijd.

Er staat niet altijd een afbeelding op de keerzijde. Er bestaat echter wel een versie waarbij er een grote Franse lelie (fleur de lis) op staat net zoals bij andere Franse douaneloodjes (zie 20b) uit de 18de eeuw.

vz: Een zittende vrouw kijkend naar links met het omschrift “bureau de”. Vervolgens komt de plaatsnaam (nu bekend: Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Leeuwarden)

kz: fleur de lis (Lelie)

koninklijke courant 1809

In de Koninklijke courant van 1809 staat vermeld dat er alleen vanuit specifieke havens goederen mogen worden geëxporteerd namelijk: Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Middelburg, Groningen, Embden, Harlingen, Veere, Zierikzee, Delfzijl en Brouwershaven. De verwachting is dan ook dat er dit type loodjes ook van de andere havens moeten zijn geweest.

Type DOUANES-PARELRAND

Diameter: 33 mm

datering: 1814-1818

In 1815 wordt het (Verenigd: later toegevoegd) Koninkrijk der Nederlanden gesticht. Officieel in het Nederlands is dit het Koninkrijk der Nederlanden en in het Frans Royaume des Belgiques. Ook wordt naast Les Pays-Bas (de lage landen) ook Les Pays-Bas Belgiques gebruikt. Vanaf 1814 echter was België al bevrijd van de Fransen. In deze roerige tijd zijn ook douaneloodjes gebruikt.

Op beide loodjes staan geen afbeeldingen, alleen maar tekst binnen een parelrand. “Royaume des Pays-Bas”  op het ene loodje kun je dus ook lezen als “royaume des Pays-Bas Belgique”. Op de andere staat specifiek “Belgique”.

Het  douanelood van Henry-Chapelle is gevonden in Duitsland door Frank Wenzel en staat gepubliceerd op Balgseals.org 

Henry-Chappele dat nu ligt in België, behoorde van 1795 t/m 1814 tot het departement Ourthe en was een Frans departement in de Nederlanden. Het omvatte ongeveer de huidige Belgische provincie Luik en enige stukjes die nu in Duitsland liggen. In de periode 1815-1830 werd het gebied dat nu globaal België is, samengevoegd met de Nederlanden.

In het krantenartikel hierboven van douanekantoren van de Nederlanden in 1817 staat Henri-Chapelle ook vermeld.

Type KL

VZ: generaliteitsleeuw

KZ: K.L. (Konvooijen Licenten)

Datering: waarschijnlijk 1814-1815

Op bagseals.org kwam ik dit zegellood  tegen, gevonden door Folkert, met hierop de letters “KL”. In de periode 1814-1815 werd de dienst Convooien en Licenten vaak gespeld als “Konvooijen en Licenten” (zie krantenartikel). Dat zou de “KL” kunnen verklaren. Het zou echter ook een lood kunnen zijn uit de Bataafse tijd of Koninkrijk Holland.

Utrechtsche Courant 1816  

Type CL

VZ: De letters CL gekroond

KZ: Zaandam

Datering:ca 1816-1817

Dit is een druppelvormig loodje en het vermoeden is dat deze door het rijk is gebruikt. Wellicht gaat het hierbij  Kantoor Zaandam.

Douaneloodjes met rijkswapen

In 1815 ontstaat het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Koninkrijk der Nederlanden en Royaume des Belgiques 1815-1830). Het gebied wat nu België is wordt dan toegevoegd tot aan de onafhankelijkheid van België in 1830. In België spreekt men dan ook over de Hollandse periode. Het eerste echte rijkswapen wordt vervolgens in 1815 bekend gemaakt. Dit is ook 15 jaar lang in België gebruikt. Bij besluit werd een nieuw licht aangepast wapen van het koninkrijk der Nederlanden definitief vastgesteld op 24 juni 1816. (meer info zie rijkswapen)

Vanaf 1815 wordt het rijkswapen op douaneloodjes gezet. Dit is een verkorte versie van het volledige rijkswapen. De twee leeuwen die normaal gesproken het wapenschild vasthouden, met hierin de Nederlandse leeuw, ontbreken. Wat overblijft is een gekroond schild met hierin de naar links klauwende Nederlandse leeuw op een met horizontale lijntjes gearceerde achtergrond waar kleine rechthoekige blokjes op staan.  Stempels van dit verkorte wapen worden in een loden zegel geplombeerd. Het valt op dat gaandeweg de tijd het wapenschild steeds weer iets anders is op de verschillende type douaneloodjes. Soms is het wapenschild langer, korter, dikker, grover of juist meer gedetailleerd. Het wapenschild kan hierdoor dus soms worden gebruikt om een douanelood te kunnen determineren.

Wapentype WAPEN-FIJN

De wapenschilden op de oudere rijksloden zijn het meest verfijnd. Dit valt vooral op aan de rand van het schild waarin de leeuw staat. Die bestaat namelijk uit een dunne lijn terwijl er bij latere versies wordt overgegaan op een dikkere lijn. Door het verfijnde stempel zijn de afdrukken eigenlijk allemaal van mindere kwaliteit. Het wapenschild in het voorbeeld is dan ook samengesteld uit meerdere afbeeldingen. Wellicht dat de eerste stempels zijn gemaakt door mensen die voorheen munten grafeerde. 

Wapentype WAPEN-DIK

Ook dit is eigenlijk best een verfijnd wapenschild. Hierbij is echter wel rekening gehouden met de herkenbaarheid van het stempel. De afdruk heeft dan ook herkenbaardere lijnen doordat er waarschijnlijk gebruik is gemaakt van diepere groeven. Het schild waarin de leeuw staat heeft ook een echt veel dikkere lijn.

Wapentype WAPEN-LANG

Dit wapentype is langer en smaller dan alle anderen. Opvallend is ook dat er meer rechthoekige blokjes in lijken te staan. Dit wapenschild lijkt ook net iets minder verfijnd dan zijn voorganger.

Wapentype WAPEN-MIDDEN

Dit wapentype zit precies qua stijl in tussen zijn langere voorganger en kortere opvolger. Wederom net iets minder verfijnd en ook het kruisje op de kroon lijkt weg te vallen.

Wapentype WAPEN-KORT

Bij dit stempel is rekening gehouden met het kleinere formaat van het zegellood. Het wapenschild is nu zo klein dat de leeuw er net in past. Om ruimte te winnen is ook het kruisje bovenop de kroon vervallen. Doordat lijnen en leeuw wat minder verfijnd zijn, komt het wel eens voor dat de bek van de leeuw verlengd lijkt. Deze lijkt van meer op een eend of krokodil.

Type CONVLIC

Vorm: Licht ovaal en rechthoekig

Diameter licht ovale versie: 27mm

Afmeting rechthoekige versie: 23mm x 26mm
.
Datering ca 1815-1818

Omschrijving:

VZ: Rijkswapen van het wapentype Fijn

KZ: “CONV. & LIC.”. Dit verwijst naar de dienst “Convooien en Licenten” die in 1818 ophoudt te bestaan.

Met dank aan Sjef Direcks voor de afbeeldingen van het rechthoekige loodje, door hem gevonden in Landgraaf. Hierin zit een gaat dus waarschijnlijk heeft deze met een (ijzer)draad bevestigd gezeten.

Type SRIJKS-REGTEN

Vorm: Rond
Diameter: ca 25mm
Datering ca 1818

Omschrijving:

Van dit douanelood zijn er niet veel bekend. In 1818 is er voor het eerst spraken van de dienst “In en uitgaande regten en accijnzen” vandaar dat het lood deze datering krijgt.

VZ: Verkort rijkswapen zonder tekst. Dit wapen lijkt net zoals zijn voorganger van het wapentype Fijn te zijn.

KZ: Tekst “’S RIJKS REGTEN” met een eenvoudig sierbalkje eronder.

Type INUIT

Subtypes: “BASIS”, “FRANS”, “LINKS” en “RECHTS”
Vorm: Rond
Diameter: 27 mm
Datering gehele type:  ca1818-ca1853 (in 1853 worden druppelvormige loodjes geïntroduceerd, zie type RENA)

Omschrijving:

Dit lood lijkt erg veel op zijn voorganger type SRIJKS-REGTEN. Op de keerzijde staat echter de tekst “IN EN UIT GAANDE REGTEN EN ACCYNSEN” met een uitgebreider sierbalkje.

Op de voorzijde staat het Nederlandse rijkswapen. 

Omdat de dienst “In en uitgaande regten en accynsen” in 1818 is geeffectueerd kun je dit soort douaneloodjes dateren vanaf ca 1818. Omdat België nog onderdeel was van de Nederlanden en later in 1830 zelfstandig verder ging, is het logisch dat dit zegel daarna niet meer in België werd gebruikt. 

Nummering en datering

De precieze datering van dit soort loden is (nog) niet achterhaald. Aan de hand van de hoeveelheid INUIT-BASIS (en FRANS) loden kun je wel zien dat dit lood een tijd in gebruik is geweest. Voorlopig ga ik er vanuit dat dit is van 1818 t/m 1830. Hierna geeft men deze loden een registratienummer* mee op de types INUIT-LINKS (ca 1-229), INUIT-RECHTS (ca 230-345) en NORA (ca 370-620). Uit de literatuur is gebleken dat er in 1853 vervolgens een nieuw type plombeerlood is gekomen. Globale invoerjaar van INUIT-LINKS wordt dan 1830, INUIT-rechts 1838 en NORA 1844. Dit is een invoerdatum! Tijdens de hele periode tot aan 1853 kunnen deze loden zijn gebruikt.

Ook dit staat niet precies beschreven, maar dit kan haast niet anders dan het RENA type zijn geweest. Hier begint men namelijk weer met registratienummer 1 en er is ook een tussenversie RENA-NO geweest die sprekend qua tekst op zijn voorganger NORA lijkt maar qua vorm (druppelvormig) op zijn opvolger.

*Het registratienummer is het nummer van een tang. Een ambtenaar kreeg een persoonlijke tang met nummer toegewezen. Vervolgens werd in de administratie werd bijgehouden welke producten met welke tang geplombeerd waren. Zo kon men altijd zien welke ambtenaar bepaalde goederen had geplombeerd.

Afkortingen provincienamen

 

Opvallend is dat op alle subtypes, behalve subtype FRANS, afkortingen kunnen voorkomen van provincienamen. Per subtype heb ik de locatie van deze afkoringen aangegeven bij positie C. Tot nu toe bekende afkoringen zijn “ZH”, “GR”, “G”, “O”, “U” en “NH”. Mijn vermoeden is dat dit de afkortingen zijn van Zuid-Holland, Groningen, Gelderland, Overijssel, Utrecht en Noord Holland.

De afkorting van de provincienaam kan helpen bij de datering. Sommige provincies zijn immers pas later ingevoerd. Hier een lijstje met de invoerdata: 

1814 Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen
1815 Noord-Brabant
1839 Limburg
1840 Noord-Holland, Zuid-Holland

Een loodje met een “L” heeft hierdoor dus bijvoorbeeld een datering vanaf 1839 en een loodje met “ZH” vanaf 1840

 

 

In het belasting en douane museum bevindt zich een verzegeltang met dezelfde afdruk en de letter “L” dus dat zou Limburg kunnen zijn. Zie https://data.collectienederland.nl/page/aggregation/bendmuseum/02481. De historische naam Limburg wordt echter pas sinds 1815 gebruikt om er het gebied van zowel de huidige Nederlandse als dat van de Belgische provincie mee aan te duiden. In dat jaar besloot koning Willem I de toen geheel nieuwe provincie, die voorheen met name voor het thans Nederlandse deel uit een lappendeken van vele gebiedjes bestond, en waarvan slechts een miniem stukje van het oude hertogdom Limburg deel uitmaakte, ‘Limburg’ te noemen.

Subtype INUIT-BASIS

Vorm: Rond – licht ovaal
Diameter: 27 mm
Datering subtype: ca1818-ca1830

Omschrijving:
Dit subtype heeft de naam “BASIS” gekregen omdat dit lood de basis is van dit type.  Hierop staat nog geen registratienummer op positie B. Bij de subtypes “LINKS” en “RECHTS” staat er wel een nummer (met op positie A de tekst “No”).

Tot nu toe ben ik alleen douaneloodje tegen gekomen met op positie C de afkorting “ZH” en “O”.  Wanneer de hypothesen over deze afkortingen kloppen zal dit  gaan om een lood uit 1830, het jaar waarop België onafhankelijk werd.

Subtype INUIT-FRANS

Vorm: Rond – licht ovaal
Diameter: 27 mm
Datering subtype: ca1818-ca1830

Dit is de Franstalige versie van type IN-UIT-BASIS

Op de keerzijde staat de tekst “DROITS D’ENTREE ET DE SORTIE ACCISES”.

Dit loodje is terug te vinden in het artikel “Loodjes uit onze Hollandse Periode”, een aanrader (https://www.academia.edu/46167093/Loodjes_uit_onze_Hollandse_periode)

SubType INUIT-LINKS

Vorm: Rond – licht ovaal
Diameter: 27 mm
Registratienummers: ca 1-229
Datering subtype: invoerdatum ca 1830 (kan gebruikt zijn tot ca 1853)

Omschrijving:

Dit is het eerste type waarbij een douane registratienummer gebruikt wordt. Dit nummer staat LINKSOM. Op positie A links naast het Nederlandse rijkswapen, staat linksom in een sierlijke letter het woordje “No”. Op positie B staat linksom een registratienummer tussen 1 en 227 (zie hieronder). De oriëntatie van het registratienummer op dit type lood is dus LINKS om vandaar ook deze type benaming.

Ik vermoed dat deze loodjes met een registratienummer vanaf 1830 zijn gemaakt omdat ook België toen zijn eigen versie douaneloodjes begon uit te geven, met nummer.

Bij de laagste nummers (i.i.g. bij nummer 84 en 107) lijkt er geëxperimenteerd te zijn met een groter lettertype waarbij het rechte sierbalkje onderaan vervangen is door een kromme versie.

Registratienummers

Na veel turven is het eerste loodje dat ik van dit type ben tegen gekomen nummer 15 en de laatste nummer 227.  Zelf denk ik dat het ooit is begonnen met nummer 1 en is geëindigd met nummer 229. Wellicht duiken deze nummers ooit nog eens op.

SubType INUIT-RECHTS

Vorm: Rond – licht ovaal
Diameter: 27 mm
Registratienummers: ca 230-345
Datering subtype: invoering  ca 1838 (kan gebruikt zijn tot ca 1853)

Omschrijving:

Dit type lijkt erg veel op type INUIT-LINKS en heeft ook een douane registratienummer. Op positie A links naast het Nederlandse rijkswapen, staat nu gewoon horizontaal het woordje “No” (vanaf ca 314 verandert deze van een sierlijke letter naar een rechte letter). Op positie B staat RECHTSOM het registratienummer vanaf 230 t/m 345. De oriëntatie van het registratienummer op dit type lood is dus RECHTS-om vandaar ook deze type benaming.

Ook hier wordt weer net zoals bij het vorige type op positie C soms een aantal letters van provinciën weergegeven. Ik heb de volgende gevonden “ZH” en “NH” (vanaf 1840), “GR”, “G” en “U”.

 

Registratienummers

Na veel turven is het eerste loodje dat ik van dit type ben tegen gekomen nummer 230 en de laatste nummer 345. Opvallend bij nummer 345  is dat hiervan ook een druppelvormig lood bestaat.

Interessant is ook een lood in de collectie van Jan van Oostveen (catalogusnummer 396 uit het boekje “Gerestaureerd, geconserveerd gecatalogiseerd” 2024)  met nummer 434. Dit nummer valt buiten de reeks! Bovendien staat op de zijkant van dit lood de tekst “DOUANE”. 

 

Splitsing van Regten en Accijnsen

Bij het onderzoek naar douane- en accijns-loodjes ben ik een nieuw loodje tegengekomen (links). Voorlopig heb ik deze de naam “REGTEN” gegeven. Er staat een (slecht leesbare) tekst op ”IN” “uitgaande”. Omdat deze tekst overeenkomt met het grotere type IN&UIT douanelood (bovenaan) is dit loodje hoogst waarschijnlijk hier een afgeleide of voorloper van. Pas in 1818 is er overigens sprake van in en uitgaande regten, dus dit lood is vanaf dat jaar te dateren.

Al eerder ben ik een loodje tegengekomen die het type ACCYNSE heeft meegekregen (rechts) die ook waarschijnlijk een afgeleide vorm is of voorloper van het grotere INUIT type. Vergelijk je dit loodje met een INUIT type dan komt het lettertype van het woord “accynse” overeen en ook staat er op dit loodje een sierstreep. Het type ACCYNSE wordt overigens veel gevonden.

Wat opvallend is bij beide kleine loodjes is dat er geen registratienummer op staat, terwijl bij de jongste grote INUIT loodjes (INUIT-LINKS en INUIT-RECHTS) dit wel het geval is. Dit impliceert eigenlijk dat het REGTEN loodje waarschijnlijk tijdens de periode van INUIT-BASIS en INUIT-FRANS is gemaakt (1818-1830). Dit is dan ook globaal de periode waarin het accijnsloodje type ACCYNSE werd gebruikt.

Type NORA

Vorm: Eivormig (dus niet druppelvormig)
Diameter: 27 mm
Registratienummers ca 370 t/m 620
Datering: invoerdatum ca 1844 (kan tot ca 1853 gebruikt zijn)

Omschrijving:

NORA is een samenvoeging van de tekst die op deze douaneloodjes staat NO en R(echten) A(ccijnsen).

Dit type is de opvolger van het type IN-UIT en is ook redelijk rond. Het lijkt een kortstondige tussenversie te zijn

Aan de ene zijde staat wederom, net zoals bij alle voorgaande ronde types het Nederlandse rijkswapen. Dit is eigenlijk het enige type waarbij de lengte van het wapenschild lijkt te variëren. Het lijkt soms op wapentype Lang maar ook op wapentype Middel.

Aan de andere zijde staan de regels “No.” “R&A” en het registratienummer.

Op dit type heb ik verder geen verwijzingen meer naar de provinciën gevonden.

Invoer, uitvoer en doorvoer

Na de ronde loodjes van het type NORA gaat men over op de druppelvorm. 

Van deze druppelvormige loodjes bestaan twee varianten namelijk het type RENA en het type RWA

Door middel van indirecte aanwijzingen heb ik geprobeerd om te reconstrueren wanneer deze types zijn geïntroduceerd. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van twee lijsten van verloren plombeer- en priseer-tangen.

De eerste lijst (LIJSTA) komt uit 1875 en is gepubliceerd in Weekblad voor de administratie der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen, jrg 4, 1875. 

De tweede lijst (LIJSTB) stamt uit 1910 en staat in het “REGISTER OP DE VERZAMELING VAN WETTEN, ENZ. BETEEFFENDE DE DIRECTE BELASTINGEN, INVOERRECHTEN EN ACCIJNZEN.”

Dan een aantal bevindingen:

  • Vanaf 1877 werden er geen uitvoerrechten meer geheven. Dit moet een grote invloed hebben gehad op de hoeveelheid douaneloodjes die werden aangemaakt. 
  • In LIJSTB staat bij de lijst van plombeerstempels en tangen dat de invoering hiervan was in 1853
  • In zowel LIJSTA als LIJSTB komen er vanaf 1871 “nieuw model” plombeertangen voor

 

De RENA variant wordt significant meer in Groot Brittannië gevonden dan de RWA variant. Dit impliceert eigenlijk dat de RENA variant waarschijnlijk is gebruikt ten tijde dat er nog uitvoerrechten werden geheven. Daarnaast sluit dit type vrijwel naadloos aan op zijn ronde voorganger, het NORA type. Hiermee kun je vrijwel zeker concluderen dat het RENA type het vroegste type is en dus is geïntroduceerd in 1853. 

De RWA variant komt relatief meer voor in Nederland. 

 

Type RENA-NO

Vorm: Druppelvormig
Registratienummers ca 1 t/m 21 
Datering: ca 1853

Het enige tot nu toe bekende lood bij mij is het afgebeelde loodje met nummer 21.

Dit is een bijzonder lood die ik op Facebook tegen kwam en is gevonden door Lies Grendel.

Het heeft namelijk een aantal kenmerken van het ronde NORA type en een aantal van het druppelvormige RENA type.

Overeenkomsten met NORA: het langere type wapenschild, de tekst “NO R&A 999”
Overeenkomsten met RENA: de druppelvorm, gedeeltelijke tekst “R&A 999” en parelrand.

Type RENA

Subtypes: “PAREL”, “LIJN”
Vorm: druppel (lengte 22mm, breedte 17mm)
Registratienummers: ca 1-726
Datering gehele type: invoering ca 1853-1871

In 1871 wordt het RWA type geïntroduceerd. Ook na 1871 komen de oude RENA tangen terecht op de vermiste tangenlijst uit zowel 1875 als 1910. Dit impliceert dat de RENA tangen en de RWA tangen door elkaar heen werden gebruikt. 

SubType RENA-PAREL

Vorm: druppel
Registratienummers: ca 1-129
Datering subtype: invoering ca 1853-1858

Omschrijving:

Op de ene zijde zien we een korter rijkswapen dan voorheen zonder kruisje op de kroon (type 2). Het rijkswapen staat binnenin een parelkrans. Vandaar de naam RENA-PAREL

Op de keerzijde staan binnen een parelkrans de letters R&A met hieronder het registratienummer.

De registratienummers op deze loodjes staan in de reeks 1 t/m 129. Omdat dit grofweg 1/5 deel is van 726 kun je ook 1/5 nemen van de periode 1853-1871. Je komt dan uit  rond de 1858 uit als eindjaar.

 

SubType RENA-LIJN

Vorm: druppel
Registratienummers: ca 151-726
Datering subtype: ca 1858-1871

Omschrijving:

Op de ene zijde zien we een korter rijkswapen dan voorheen zonder kruisje op de kroon. Het rijkswapen staat binnenin een parelkrans.

Op de keerzijde staan binnen een lijncirkel de letters R&A met hieronder het registratienummer.

Het registratienummer volgt de vorige reeks op en begint bij 151 en eindigt bij 726.  De uitgifte periode is ca 1858-1871.

Aanvullende informatie:
In de collectie van het belasting en douane museum bevindt zich een tang van dit type. De omschrijving is als volgt:

Stalen verzegelingstang (1800-1899) met enigszins gebogen handvaten. In een van de twee handvaten is het getal 518 gegraveerd. Het stempel draagt aan de ene zijde het Nederlandse wapen, aan de andere zijde de aanduiding R & A 518. https://data.collectienederland.nl/page/aggregation/bendmuseum/02490

 

Type RWA

Vorm: druppel
Subtypes: “BASIS”, “STREEP”, “STER”

Datering ca 1871-1940

Registratienummers: ca 1-1920

Dit is het laatste loden douaneloodje. Het is dan ook niet vreemd dat ook ongebruikte loodjes van dit type samen met gebruikte terug worden gevonden. Zelf ben ik in het bezit van een aantal van deze loodjes die afkomstig zijn uit een potje met oude knoopjes. 

Dit type is dus in gebruik genomen in 1871 en heeft dienst gedaan tot ongeveer 1940. Het RWA type verving het RENA type maar is tegelijkertijd in omloop geweest.

RWA staat voor R wapenschild A. 

Omschrijving:

Op de voorzijde staat tussen de letters R en A het wapentype klein. Hier omheen staat een cirkel in een dunne lijn.

Op de keerzijde staat ook een cirkel met hierbinnen een holte die ongeveer de helft van de cirkel beslaat. Hieronder staat horizontaal het registratienummer.

Sommige loodjes zijn gekanteld afgedrukt.

Hierboven één van de latere ongebruikte loodjes. Hierbij kun je goed kunt zien dat er ook op het gebied van loodjes is geïnnoveerd. Binnen in het loodje is een metalen schijfje zichtbaar waar het touw waarmee verzegeld werd doorheen werd gehaald voordat het zegel dichtgeknepen werd. Hierdoor zat het touwtje in het midden van het loodje en was het vrijwel onmogelijk om het zegel open te maken.

RWA-BASIS

Vorm: druppel

Vanaf nummer 1000 is het moeilijk om het registratienummer goed op de loodjes te krijgen. Men gaat experimenteren met de opmaak, zoals een kleiner lettertype, het omdraaien van het nummer stempel zodat er meer ruimte is en het toevoegen van strepen en sterren.

Een tang met nummer 710 bevindt zich in de collectie van het belasting en douane museum. https://data.collectienederland.nl/page/aggregation/bendmuseum/02496

 

RWA-STREEP

Vorm: druppel

Bij deze versie vallen de streepjes op die zowel aan de bovenkant als aan de onderkant voorkomen. Deze strepen lijken pas voor te komen bij registratienummers vanaf 1400

RWA-STER

Vorm: druppel

Bij deze versie valt de ster op die in de holte staat afgedrukt. Deze variant komt voor vanaf registratienummer 1400. Er zijn ook wel lagere nummers bekend maar dit lijken mij misslagen.

Het douane en belastingmuseum is in bezit van een tang met nummer 1308 en een ster.

Type NO-TREIN

Vorm: rond en druppel
Afmeting: ca 12mm
Datering: ca 1870-1910
Vindplaats: Nederland

Op dit type lijkt i.v.m. ruimtegebrek alleen de generaliteitsleeuw te staan i.p.v. het rijkswapen.  Ook wordt de tekst “No” gebruikt zonder sierlijke letters.

Voorzijde: No plus accijnsnummer/registratienummer binnen parelrand.

Keerzijde: Generaliteitsleeuw binnen parelrand.

Dit loodje is afwijkend in hoe deze bevestigd heeft gezeten (wel uitzondering, zie hieronder). Het is een klein rond loodje met een langer lijfje (een soort busje, bolkop-klinknagel) waardoor het leren riempjes bij elkaar kon houden.  Een aantal gevonden exemplaren hebben ook nog  delen van riempjes (vondst Marcel Vos). De loodjes zijn een stuk dikker dan de standaard douane en/of accijnsloodjes. Dit dikkere type loodje is gemaakt voor het verzegelen van treinwagons. In een aanbesteding uit 1873 kun je zien dat het ministerie van financiën een aanbesteding doet van 100.000 lederen riempjes met daaraan bevestigde blikken busjes, voor het verzegelen van spoorwagens. In een krant uit 1890 blijkt dat niet voor blik maar voor lood is gekozen.

Dat er weinig van dit soort loodjes gevonden wordt is verklaarbaar. In een verordening uit 1892 staat dat de gebruikte loodjes verzameld dienen te worden. In een bericht uit 1908 worden dit soort loodjes verkocht vanuit een douaneloods in Tilburg.

De loodjes lijken erg veel op het accijnslood ACC-NO loodjes waarbij “No” wordt gebruikt maar “ACC” ontbreekt.

Opvallend zijn de twee afwijkende platte loodjes. Het ronde loodje met no 25 komt uit het boek “Schatten onder het maaiveld”  door Cees de Werdt. Het lood met het nummer 268 is een druppelvormige versie in 2024 gevonden door Marco en Jasper Veldman. Vooral ook de druppelvormige versie doet vermoeden dat dit inderdaad om een douanelood gaat.

 

algemeen handelsblad 1873

In “De Grondwet” een krant uit 1890 spreekt met over loodjes met riempjes in busjes. Kennelijk heeft men gekozen (wellicht om technische redenen) voor een loodje en geen blikje die in het busje gaat.

De grondwet 1890
verordening 1892

nieuwe tilburgsche courant 1908

Type U.K. en I.K.

Dit zijn kleine (ca 15mm) douane keuringsloodjes voor vlees uit ca 1900-1930. Het gaat hierbij om een Uitvoer Keuring en een Invoer Keuring (zie artikelen). Het U.K. loodje wordt veel in Groot Brittannië gevonden vandaar dat men lang dacht dat UK stond voor United Kingdom. 

Op het kleine loodje staat het rijkswapen. Het loodje is echter zo klein dat eigenlijk alleen de leeuw met kroon zichtbaar is. Hierbij is er variatie in hoe de leeuw eruit ziet (lijkt soms op een krokodil) en hoe de kroon eruit ziet. De “normale” variant met een naar links klauwende leeuw lijkt voor de uitvoer gebruikt te zijn terwijl een variant met een naar rechts klauwende leeuw voor de invoer is gebruikt.

Met dank aan Sh Broekland) voor het loodje met de letters “I.K.” 

vz: U.K. – dit staat voor Uitvoer Keuring, (eng. Export Inspection) of I.K. Invoer Keuring

kz: rijkswapen al dan niet gedraaid met of zonder leeuwen die het schild vasthouden

loodje U.K. – 1905 Verzameling publikaties betreffende de uitvoerkeuring van vlees

te

nieuwsblad van het zuiden 1922 loodje i.k.

Einde plombering

Over het algemeen stopte de meeste bedrijven rond de tweede wereldoorlog (1940-1945) met het aanbrengen van loden zegels. Zelf denk ik dat het rijk hiermee stopte in 1940. In de collectie van het belasting en douane museum ligt een plombeertang die gedateerd wordt op 1900-1940 die hiermee deze redenering ondersteund. Mijn inschatting is dat de Duitse bezetter tussen 1940 en 1945 geen Nederlandse rijkzegels gebruikte en dat er dus gestopt is met plomberen in 1940. Dit wordt ook ondersteund door een plombeertang in de collectie van het belasting en douane museum met hierop een stempel met hakenkruis.

Na 1945 gaat men over op een blikken/aluminium verzegeling met teksten “INV & ACC” en “UITVOERKEURING”. 

Na 1945 worden dit soort aluminium tags bevestigd

Uitvoerkeuring (gevonden door Sh Broekland)

 

 

 

 

 

 

Vragen en opmerkingen

Mocht je vragen en/of opmerkingen hebben dan kun je mij mailen (info@metaaldetecteren.nl). Heb je een nieuw en/of afwijkend type, stuur dan zo scherp mogelijke foto’s zodat ik deze in de verzameling kan opnemen. Er is ook een artikel over accijnsloodjes.

Bronnen

Over de Nederlands-Belgische periode (1815-1830) onder koning Willem I is een mooi artikel schreven “Loodjes uit onze Hollandse Periode”, een aanrader (https://www.academia.edu/46167093/Loodjes_uit_onze_Hollandse_periode) . Hierin wordt o.a. verwezen naar het boek “Van tollenaar tot poortwachter – Geschiedenis van de douane, de oudste rijksdienst van Nederland” door Tom Pfeil. Ook die heb ik geraadpleegd. Andere bronnen zijn Facebook, PAN (Portable Antiquities Nederland portable-antiquities.nl) , de Dutch Custom House Taxs Seals  en natuurlijk bagseals.org.

Wil je meer weten over de Franse tijd in Nederland en de veldslagen die bepalend waren voor de Nederlandse geschiedenis, dan is het artikel De inval van de Engelsen en de Russen zeer de moeite waard.

Disclaimer

Dit is ook een organisch document. Het groeit doordat steeds meer informatie bekend wordt. Ook zitten er een aantal hypotheses in en het zal daarom hier en daar echt wel discussie opleveren en veranderen. Mocht je fouten en/of opmerkingen hebben dan hoor ik het graag.

Ik heb  de grootst mogelijke aandacht en zorg besteed aan de gegevens en informatie. Desondanks is het dus mogelijk dat er eventuele fouten en/of onvolkomenheden in voorkomen. Ik aanvaard geen aansprakelijkheid voor schade die hierdoor ontstaat en/of schade als gevolg van of in verband met het gebruiken, het afgaan op of verspreiden van de gegevens en informatie afkomstig van de website. Ik behoud mij het recht voor om op elk ogenblik mijn website te wijzigen zonder derden daarvan op de hoogte te stellen of derden de toegang tot de website te weigeren.

7 thoughts on “Douaneloodjes uit Nederland – Onderzoek

  1. Beste,
    Graag hef ik altijd aan met de naam, maar ik weet niet wie deze site onderhoud. Ik ben bezig met het determineren van zo’n 1600 verzegelloodjes gevonden in Twente. Jullie site is zeer informatief en wil graag bij mijn publicaties de naam toevoegen van degene die het toekomt.
    Graag even reactie, ik heb veel fotomateriaal, dus kan ik misschien ook jullie van dienst zijn.
    Met vriendelijke groet,
    Gert Gesink
    Detectboeken

  2. Prachtig omschreven artikel! Kwam hier terecht nadat ik zelf twee douane loodjes heb gevonden. Alleen met een toch iets andere lettercombinatie. Het lijken wel de letters V P. De voorzijde is gelijkend op de beginjaren 1900. Zou graag willen achterhalen waar dit vandaan komt.

    1. Dag Dave,
      Dankjewel voor het compliment 🙂 Zou je mij een afbeelding kunnen sturen van de twee loodjes (info@metaaldetecteren.nl)? Dan zal ik er eens naar kijken.
      groeten
      Mark

  3. Dank je wel voor het compliment en de toegevoegde info 🙂 Ik heb bij het belasting en douane museum nog wel een vraag uitstaan m.b.t. een foto van het zegel aan de binnenkant van een zegeltang. Ook heb ik gevraagd of er een specifieke datum is geweest wanneer is gestopt met plomberen (in dit onderzoek ga ik uit van 1940). Daar komen zij nog op terug.

  4. Bedankt voor dit prima artikel waarmee de douaneloden te determineren zijn. Een tijd geleden heb ik contact opgenomen met het Belasting- en Douane museum omdat ik hoopte op een overzicht van de verschillende nummers. Dit was (helaas) hun reactie:
    ‘Wat betreft de accijnsloden hebben we geen overzicht van de nummers. Iedere ambtenaar had zijn eigen tang en het nummer is het tangennummer. Van elkaar wisten ze waarschijnlijk wel wie welk nummer had, maar deze kennis is verloren gegaan. Zo waren controles te herleiden en was het moeilijk te frauderen. Hierbij foto’s van de verschillende 19e-eeuwse types die we in de collectie hebben.’

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *