Van Maanen o.a. knopenmaker en kopergieterij (ca 1731-1853) uit Den Haag.
Dit bedrijf heeft door hun advertenties een mooi inkijkje gegeven in de knopengeschiedenis uit de 18de en 19de eeuw.
In 1731 zien we voor het eerst Gerardus van Maanen (1711-1789) in samenwerking met de Weduwe Hellendoorn werkzaam aan de Lange Poote in Den Haag.

Zij leveren o.a. “Hamburgse tinne knoopen, Hamburgse vergulde op koper, vernist op snaaren en stiften, Verzilverde knoopen”
Destijds kwamen er dus tinnen en koperen knopen uit Hamburg die vernist werden. Dit was een manier om de knopen een glanzend uiterlijk te laten behouden. Koperen knopen konden worden geleverd met zowel draadlussen (“snaren”) als staafoogjes (“stiften”) als bevestigingswijze.
In 1735 staat de Weduwe Hellendoorn weer alleen in de krant. Wellicht dat de samenwerking even wat minder goed ging.

In 1736 staat Gerardus van Maanen er weer bij. Ditmaal samen in de Begynestraat.

In 1737 verandert het assortiment.

“Hamburgse livrey-knoopen, zoo tinne verzilverde, met stiften en snaaren, als meede kopere vergulde, verniste, vertinde en Engelsche Prins Metaale”
Nu dus ook livreiknopen en nog steeds de keuze tussen stiften en snaaren. Ook wordt het “prince’s metal” of “prince’s brass” geïntroduceerd. Dit is een legering van koper en zink, dus een soort messing. Deze benaming uit de 18e eeuw en wordt gelinkt aan een uitvinding door Prince Rupert (1619–1682).
In 1739 staat alleen Gerard van Maanen vermeld.

Hij verkoopt o.a. “Engelse Prins Metaale Knoopen van de nieuwste mode”

In 1741, tijdens de Oostenrijkse successieoorlog (1740-1748), verkoopt hij naast Hamburgse, ook Franse en Engelse knopen.

In dat zelfde oorlogsjaar verkoopt hij ook “regiment knoopen” en “soldaate knoopen”.

In 1742 staan er ook “Pinsbekke knoopen” te koop. Pinsbek (ook gespeld als: pinsback, pinspelck, pincbeck, enz.) is een verbastering van het Engelse “Pinchbeck”. Dit is een goudkleurige legering van koper en zink (dus verwant aan messing), ontwikkeld rond 1720 door de Engelse uurwerkmaker Christopher Pinchbeck. Het leek sterk op goud, maar was veel goedkoper en dus populair in sieraden, knopen en decoraties.

In 1744 verguldt hij ook knopen en andere voorwerpen. Nu op het Plein bij de lange houtstraat

In 1756 “Tinne knoope met enkelde en dubbelde zilvere plaaten”.
1768 Oprichting van de kopergieterij door Gerard van Maanen in oude gebouwen aan de Fluwelen Burgwal.
In 1772 is er wat ophef over slechte knopen, die snel breken, die op getters (beenbedekking) en/of slobkousen worden gedragen.
Er zijn kennelijk kleine Engelse knoopjes in de omloop die goedkoper zijn, maar van mindere kwaliteit. Dit wijst overigens op tombak knopen. Deze kleurvaste zilverkleurige legering is rond 1760 uitgevonden, maar breekt inderdaad snel. Hier werden inderdaad veel kleine knoopjes van gemaakt en eigenlijk alleen de knopen met een meegegoten ook zijn sterk genoeg.
In 1773 meldt Maanen knopen te hebben die niet breken. Dit zijn waarschijnlijk tombak knopen met een vast oog.

Dan een vermelding in het register van de staten generaal in 1775 als leverancier voor het regiment Grisons

In 1783 de eerste advertentie van van Maanen en Zoon

1786 Gerard draagt de fabriek over aan zijn zoon Johannes (1743-1802). Deze heet nog steeds Gerard van Maanen en zoon.

1802 Na de dood van Johannes neemt J.H. Lux de fabriek over, de naam van het bedrijf blijft hetzelfde.
1808 Zoon J.F.H. Lux begint in Amsterdam een fabriek van knopen, ijzeren casquetten en curassen, sabels en degens.

1816 De zoon van Lux keert terug naar Den Haag
1822 De firma verwerft een contract van het muntcollege in Utrecht voor 20.000 kg centplaatjes.

1824 Oprichting koperpletterij.

In 1849 doet het bedrijf nog mee aan een Nijverheids-tentoonstelling

1853 Het overlijden van J.F.H. Lux betekent het einde van het bedrijf. De kinderen verkopen de fabriek en de opstallen. De rijtuigbouwer Hermans vestigt zich hier.
Maakte o.a militaire knopen (Firma Enthoven leverde het halffabricaat).