tombak (ca 1760-1810)

Vanaf halverwege de 18de eeuw werden veel luxe sierknopen gemaakt. Het was een tijd waarin knopen vaak een luxe uitstraling hadden voor civiel als militair gebruik.

In dit modebeeld horen ook de zilverkleurige tombak knopen. Voor militair gebruik waren dit voornamelijk platte onversierde knopen die op het uniform maar ook op slobkousen werden gedragen. Civiele knopen werden vaak machinaal versierd met een zogenoemde rose engine (zie hieronder).

De tombak legering

Tombak is rond 1760 uitgevonden (zie Tombak en messing) en bestaat voor ten minste 70% uit koper en bevat verder 5-20% zink en verder andere metalen zoals tin, lood en/of arseen. Tombak kan door de wisselende percentages van verschillende metalen nog wel eens verschillen van kleur en metaaleigenschappen. Soms lukte het kennelijk slecht om de goede verhoudingen te gebruiken en werden deze knopen naderhand vertind.

Wat opvallend is, is dat tombak behoorlijk breekbaar is. Veel knopen komen gebroken of met afgebroken stukjes uit de grond. Ondanks dat tombak lastig te gieten is bestaan er exemplaren met gegoten eenvoudige afbeeldingen/vormen. Een andere wat minder fijne eigenschap van tombak is, is dat het niet goed te solderen is, waardoor er andere manieren moesten worden gevonden om oogjes vast te zetten.

Door het toevoegen van arseen aan een tombaklegering wordt het materiaal wit, grijs, zilverachtig. “White Tombac” zoals ze dit in het Engels noemen werd verreweg het meest gebruikt om knopen van te maken en gaven deze een zilveren uitstraling. Het is ook heel goed bestand tegen corrosie waardoor deze knopen vaak zonder oxidatie uit de grond komen met nog steeds een (doffe) zilveren kleur. Voor knopen werd sporadisch de goudkleurige versie van tombak gebruikt maar dit kan ook Pinchbeck zijn, een andere goudkleurige legering.

Tombak herkennen aan het oogje
Op tombak kun je niet solderen. Daarom werden er bevestigings-constructies bedacht waarbij een messing oog omhuld (blob-embedded wire, kegel-cone. vulkaan-turret ) werd door tombak waarna soldeersel de rest opvulde. Eigen dus een soort klemmende constructie. Ook bestaan er tombak knopen met een meegegoten oog. Opvallend aan dergelijke ogen is dat ze meestal plat zijn, een beetje als een kort staafoogje, met scherpe zijkanten. Vaak zitten er vijl en/of zaagsporen op.

Er bestaan ook tombakknopen met een (vaak verdwenen) ijzeren achterkant met oog.

Een aantal tombak knopen heeft een gelijmde achterkant waarschijnlijk met hars. Dit is vaak veel minder stevig waardoor de oogjes meestal ontbreken en er witte lijmresten zichtbaar zijn. De achterkant van deze variant is meestal ook niet afgewerkt. Waarschijnlijk zijn veel tombakknopen met een ijzeren achterkant ook op een dergelijke manier verlijmd.

Vaak zijn tombak knopen gegoten en gefreesd en van dat laatste kun je vaak lichte sporen op de achterkant zien, vooral bij knopen met een kegelbevestiging. De combinatie met de zilveren kleur maakt deze knopen goed te determineren.

Kleine tombak knoopjes zijn regelmatig als een soort schoteltje gegoten waarna er een oogje van waarschijnlijk ijzer in is vastgedrukt en gelijmd. Meestal worden dit soort knopen zonder oogje terug gevonden.

Een opvallend type tombak knoop is de concaaf versie. Tombak knopen zijn meestal groot, maar dit model is middelgroot en i.p.v. plat is de bovenkant concaaf. Daarnaast heeft het een vast, mee gegoten oog.

Afbeeldingen op tombak

Versieringen op tombak knopen zijn sporadisch gegoten. Veel vaker zijn  ze machinaal gegrafeerd met een rose engine omdat tombak erg hard is. Deze machine maakte golvende en hoekige patronen waarbij de lijn niet onderbroken werd.

Echte luxe knopen zijn soms met de hand gegrafeerd of  een combinatie tussen rose engine en hand gravering. Deze variant is vrij zeldzaam. Vaak lijken ze op eigentijdse zilveren varianten.

Rose engine

De rose engine is een gespecialiseerde draaibank die vanaf de 17e eeuw werd gebruikt om uiterst verfijnde, geometrische patronen te graveren in materialen zoals metaal en hout. Deze techniek is bekend als guilloché, en werd toegepast op diverse objecten, waaronder tombak knopen. Een rose engine is een type draaibank waarbij de kop (headstock) niet vaststaat, maar heen en weer beweegt (rocking) of langs de as schuift (pumping). Deze bewegingen worden gestuurd door rozetten—schijven met golvende patronen—die de kop geleiden tijdens het draaien. Hierdoor ontstaan complexe, symmetrische patronen op het oppervlak van de knoop. Zie hier een video over de rose engine.

Tombak knopen werden veel gebruikt in de periode 1760-1810. Hierna sporadisch. Meer over datering van tombak knopen is te vinden bij
Tombak knopen: datering, gebruik en materiaal-technische beperkingen

Resultaat 1–45 van de 117 resultaten wordt getoond