plat koper boogoog of klein staafoogje (vanaf ca1675)

Aan het einde  van de periode ca 1575-1625/1650 waarin kleine (tot ca 15mm) (half)bolle knoopjes met relatief lange staafoogjes (PAN type 08-01-02-01) werden gebruikt werd er ook al wat geëxperimenteerd met platte knopen.

De eerste platte knopen in de periode (ca 1625/1650-1675) kwamen qua grootte overeen met het modebeeld uit die tijd. Ze waren tot ca 15mm en hadden vaak net een iets andere afwerking (zie de aparte categorie plat koper boogoog of staafoog (tot 15mm)).

In de periode hierna werden de meeste platte knopen groter, vanaf ca 16mm. Natuurlijk werden er ook wel eens kleinere knopen gemaakt, maar deze waren vaak wat strakker. De wat strakkere/grotere knopen vallen binnen deze categorie.

Het lijkt er op dat de oudste modellen binnen deze groep van dikker gegoten metaal zijn. De oogjes zijn meestal korte staafjes of boogjes, die werden meegegoten. Door het gieten valt op bij deze groep, dat de basis van het oog de volle breedte van het oog beslaat. Oogjes lijken er soms ingeboord te zijn.

Dergelijke knopen zijn net iets dikker dan de variant die uit gestanste platen zijn gehaald. Omdat er relatief mee koper werd gebruikt is deze manier van knopen maken ook duurder.

Knopen uit de 18de eeuw worden steeds dunner, gladder en zijn steeds vaker versierd met heel vaak streepjespatronen. De versieringen wijken af van de 17de eeuw.

Het PAN zet deze in de categorie “Knoop met een massief gegoten platte kop en meegegoten korte stift (PAN type 08-01-02-02). Datering ca 1600-1800.
Voorbeeld PAN contextdatering 1685-1710
Er bestaan echter ook platte knopen uit deze tijd met langere staven.

Een voorbeeld van late knopen met een meegegoten ogen zijn die van de republique francaise uit 1791-1792

Opvallend bij de kleinste knopen is, dat de oppervlakte vaak rechte vijlsporen bevat. Draaibanksporen, ronde sporen omdat de knoop draait tijdens het vijlen, zie je later bij tombak knopen.